1851 25 NOVEMBER 1977. (Middag) heeft gezegd: het is niet mijn pakje-an, dat had g je gisteren moeten vertellen; daarop kwam het al- c thans neer dan vraag ik nog een keer nadruk- s kelijk of de wethouder bereid is mijn opmerking 1 naar de wethouder die milieuzaken coördineert mee a te nemen zodat er misschien toch iets van terecht z komtr De heer VAN DUIJL: De heer Hendriksen heeft ons uitgenodigd onze mening over de bijdrage voor h ontwikkelingssamenwerking te geven. Ik weet niet k of de heer Hendriksen aanwezig was op het moment w waarop ik bij de duplieken daarop een antwoord z gaf, maar ik wil het graag ten behoeve van hem t herhalen. Wij hebben de amendementen om principi- h ele redenen, die door mij ook duidelijk zijn ge- u noemd, in het algemeen afgewezen. Ik acht het ook E weinig zinvol op dit moment hierop per post in te 1 gaan, maar ik kan de heer Hendriksen wel zeggen dat t ons standpunt ten aanzien van deze post ten t opzichte van de begrotingsbehandeling van het vo- a rig jaar - wij hebben nu precies hetzelfde verhaal v gehouden -- niet is veranderd en daar wil ik de z heer Hendriksen naar verwijzen. c b De heer GIELEN: Over dat punt behoef ik dus w niets meer te zeggen. Onze fractievoorzitter heeft a er bij de algemene beschouwingen en bij de replie- ir ken eveneens over gesproken en wethouder De Raaff w heeft er het een en ander over gezegd. h Ik vind het erg prettig te hebben vernomen d dat er ten aanzien van de vrouwenverenigingen een t erkenning is. De wethouder heeft gezegd dat er een k overkoepelend orgaan is, waarbij naar ik meen g twaalf groeperingen zijn aangesloten en het is dus t de moeite waard via deze weg een en ander te laten k verlopen. Ik heb begrepen dat dit ook de bedoeling z isM In eerste instantie ben ik vergeten een vraag v te stellen en je kunt er dan ook geen antwoord op e krijgen. De wethouder heeft er wel tijdens de al- v

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1851