25 NOVEMBER 1977. 1854
(Middag)
muierend te werken. Daarmee zitten wij naar ik meen
op een andere lijn dan het boekhoudkundig verwer
ken van de investeringen en van de kapitaallasten
Ik meen dat wij er in de commissie nog eens over
moeten praten en dat wij er dan wel uit zullen ko
men
Naar ik meen is het met de warmtekrachtcentra
le nog niet zo ver dat het erom gaat wie nu gelijk
heeft. Ik ben meteen bereid mijn gelijk in te leve
ren, maar ik wil helemaal nog geen gelijk hebben.
Er zal mijns inziens nog wel een mogelijkheid ko
men waarbij ik de heer Van den Wijngaard een stuk
je duidelijkheid kan geven met betrekking tot wat
ons staat te wachten en welke studieresultaten er
zijn. Misschien zullen wij dan samen gelijk hebben;
of het een goede zaak voor Breda is, of niet!
De kwestie van de werkplaatsbezetting zal ik
nog eens exact uitzoeken.
De heer VAN DEN WIJNGAARD: Het is u op het mo
ment niet bekend!
Wethouder SANDBERG: Ik begrijp dat er in de
sectorbeleidsnota iets staat wat wellicht niet he
lemaal juist is, maar ik weet wel, ook uit het in
stemmend geknik van de directeur die ik met een
scheef oog aankijk, dat de auto's van het stadhuis,
de B.S.W. en jeugd en sport bij het vervoerbedrijf
in onderhoud zijn. Een aantal wagens die deze dien
sten in gebruik hebben gaat wel naar de dealer. Er
is in ieder geval een misverstand en ik weet niet
waar dat precies zit, maar ik stel mij voor in een
andere vergadering nog maar eens te proberen eruit
te komen
De heer Welschen heeft mij verweten een aan
tal vragen niet of niet correct genoeg te hebben
behandeld. Ik meen echter dat ik op de zes door de
heer Welschen genoemde punten toch wel serieus ben
ingegaan. Ik ben begonnen met de heer Welschen te
zeggen dat de sector bedrijven natuurlijk veel
technische aspecten met zich brengt -- sommige