25 NOVEMBER 1977. 1858 (Middag) De heer WELSCHEN: Heb ik goed begrepen dat de wethouder bedoelt dat hij een en ander niet hele maal exact in zijn hoofd heeft, dat hij de opmer king het bekijken waard acht en dat dit in de com missie zal terugkomen? Hij heeft gezegd dat de vraag hem had overvallen en hij daarop nu geen ant woord kan geven. Wethouder SANDBERG: Als de vraag luidt of on ze maximum-produktie is afgestemd op de maximum- -vraag dat was het kernthema van de vraag dan moet ik die vraag ontkennend beantwoorden. Voor een maximum-vraag hebben wij koppelingen met de Noordwest-Brabant en kunnen wij van zijn capaci teit gebruik maken. Mocht de heer Welschen er in de commissie op willen terugkomen, dan is dat zijn zaak en dan ben ik gaarne bereid daarover verder te discussiëren. Wat Bavel en Dorst betreft, de heer Welschen weet dat ik op dit moment geen alternatieve lokatie kan aanbieden. Die is er ook niet, maar wij hebben in het verband van het tienjarig contract dat wij hebben wel een tijdstip ingebouwd waarop wij in dit verband met de problematiek van de ruimtelijke ordening onze besluitvorming maken met de relatie tussen Bavel en onze drinkwatervoorziening in Dorst. Wanneer het elkaar gaat beïnvloeden, zonder dat je er verder iets aan kunt doen en de volksgezondheid daardoor zou worden bedreigd, zitten wij inderdaad met de handen in het haar, maar ik heb op dit mo ment geen enkel signaal dat daarop duidt en wij moeten natuurlijk geen paniek gaan maken voordat er reden voor is. Het wordt nadrukkelijk in de ga ten gehouden en bij het eerste signaal zal er zeker niets gebeuren wat wij niet kunnen tegenhouden. Aan de andere kant moeten wij ons ervan bewust zijn dat, als wij constateren dat deze zaken elkaar niet meer verdragen, er twee mogelijkheden zijn: öf de grondwatervoorziening stopzetten öf de vuil stortplaats niet meer gebruiken. In dat verband heb ik gezegd dat Bavel, wanneer Breda zijn huis-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1858