1859 25 NOVEMBER 1977.
(Middag)
vuil niet meer naar Bavel zou brengen, niet meteen 1
zal worden gesloten. Als op een bepaald moment v
blijkt dat de stortplaats Bavel een ongunstige in- t
vloed op onze grondwateronttrekking heeft, dan ben 1
ik er bang voor dat ondanks het feit dat je met c
het storten in Bavel onmiddellijk stopt, het per- r
foratiewater waarschijnlijk nog wel jaren zal blij- v
ven doorsijpelen. Dat is een terrein waarop mijn i
deskundigheid geen betrekking heeft. Met het R.I.D. v
hebben wij afspraken over de peilputten en dat 5
geeft ons voldoende vertrouwen tijdig gewaarschuwd 1
te worden. De peilputten onttrekken het water op c
een diepte van 30 m en in de bodemstructuur zit s
een aantal leemlagen, die als het ware perforatie- t
en ander water afschermen van ons waterwingebied.
Wij onttrekken het grondwater op een diepte van t
180 m. Iedereen is van mening dat het een volstrekt
aanvaardbare situatie is en als ik werkelijk het j
signaal krijg dat het fout gaat, dan ben ik bereid
ogenblikkelijk de consequenties daaruit te trekken. c
t
De heer WELSCHEN: Ik begrijp van de wethouder 1
dat, zodra het signaal uit de peilputten komt dat e
er iets loos is, het dan ook ineens goed loos is. 1
Dat is trouwens het algemene idee en dat wil zeg- n
gen dat het perforatiewater, dat het grondwater x
vervuilt, heel lang zal blijven doorlopen. In dat z
geval kiest de wethouder in feite voor de vuil- c
stort, want wanneer de problemen jaren lang blij- v
ven bestaan dat ben ik met de wethouder eens i
is drinkwateronttrekking daar zeer twijfelachtig t
en dan moet je dat feitelijk stopzetten. Ik meen e
dat je een dergelijke situatie niet moet laten be- v,
staan, nu je tijd hebt om over alternatieven te
denken moet je dat gewoon doen. d
C
Wethouder SANDBERG: De heer Welschen is wel z
"in" voor mijn betoog, maar aan de andere kant be- g
grijpt hij van de wethouder allerlei dingen die c
de wethouder niet heeft gezegd. Als er vanuit de b
peilputten op een diepte van 30 m een signaal c