1869 25 NOVEMBER 1977. (Avond) De VOORZITTER: Ik ben er de heer Eissens dankbaar voor dat hij naar aanleiding van mijn or devoorstel deze interruptie plaatst. Ik moet daar bij wel de kanttekening plaatsen dat in dit voor jaar van de zijde van het college is voorgesteld een avond per portefeuille te nemen, wat zou heb ben betekend dat wij ons een dag of tien met deze zeer belangrijke zaken zouden hebben beziggehou den. Tot nu toe heeft echter dat voorstel in de ogen van de raad geen genade gevonden, maar dat wil niet zeggen dat hiertoe ook in de toekomst niet kan worden overgegaan. Het beraad hierover heeft al plaatsgevonden, maar ik wil dit punt graag nog eens opnieuw aan de orde stellen. Tot nu toe was ook het verlangen van de raad zelf de be groting te behandelen op de wijze waarop wij dat ook dit jaar weer doen. De heer SUURMEIJER: Ik wil hier nog iets aan toevoegen. Misschien kunnen wij er ons nog eens op bezinnen wat wel en wat niet in een begrotings behandeling thuishoort, want ik heb de laatste da gen het gevoel gekregen dat er veel is gesproken over detailzaken die bij de desbetreffende raads voorstellen alsnog aan de orde kunnen komen. De VOORZITTER: Het lijkt mij goed dat wij nu het debat over dit ordevoorstel besluiten. Ik meen dat de heer Suurmeijer wel gelijk heeft, maar ik geloof dat zijn woorden niet zozeer een boodschap aan het college inhielden maar veeleer aan het adres van degenen die met hem leden van de gemeen teraad zijn. Zijn opmerking was mogelijkerwijs terecht, maar die kan bij de verdere bezinning nog wel ter sprake komen. Thans houden wij ons aan de gemaakte afspraken, maar wij zullen ons hierop nog nader bezinnen. Wel meen ik dat is dan de slot som van het verhaal dat wij vanavond de tweede termijn moeten afschaffen. De heer VAN BANNING: Maar niet absoluut.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1869