1875 25 NOVEMBER 1977.
(Avond)
Vervolgens wil ik wat opmerkingen maken over
de onroerend-goedbelasting. Die onroerend-goedbe-
lasting heeft dit jaar weer een extra opwaardering
gekregen. Zij groeit en dat is soms misschien aar
dig ,maar in dit geval minder.Als ik het goed heb
begrepen uit opmerkingen van de wethouder naar
aanleiding van wat over de onroerend-goedbelasting
is gezegd is Breda op de lijst van Nederlandse
plaatsen gestegen.Ik meen dat Breda nu met de hoog
te van de onroerend-goedbelasting toch wel één van
de topplaatsen heeft bereikt.Ik wil daar dadelijk
van u nog wat duidelijkheid over hebben,want het
lijkt mij helemaal niet de bedoeling dat wij moeten
proberen wat dat betreft in de top-10, de top-20
of de top-30 terecht te komen; in dit geval is dat
niet iets dat je moet nastreven. Wij hebben verno
men dat het C.D.A. op een verfijning van de onroe
rend-goedbelasting heeft aangedrongen. De wethou
der heeft gezegd dat dat ook zal gebeuren, maar
hij heeft die verfijning beperkt tot een herwaar
dering van de gebouwen. Zojuist heb ik echter van
de heer Peeters begrepen dat het C.D.A. wat meer
bedoelt. Met name wil men van die zijde dat de mo
gelijkheid van een belastingvrije voet in de on
roerend-goedbelasting wordt bekeken. Wij hebben
daar in de fractie tamelijk uitvoerig over gespro
ken. Als ik overigens de heer Peeters niet goed
heb begrepen ik zie mensen knikken zal ik
dat dadelijk wel horen. Zoals ik al zei hebben wij
in de fractie hierover uitvoerig gesproken en wij
zijn tot de conclusie gekomen dat een belasting
vrije voet aan de gebruikerskant in de onroerend-
-goedbelasting weliswaar niet onmiddellijk alle
gebruikers van woningen beneden een bepaald bedrag
wij denken dan aan 30.000,helpt, maar
wel veel. Bovendien help je daarmee wel niet al
leen bewoners met lage inkomens, maar in grote lij
nen is dat wel het geval voorzover onze fractie
dat kon bekijken. Om die reden willen wij extra
nadruk aan de belastingvrije voet bij de onroerend-
-goedbelasting geven. Aanvankelijk dachten wij