25 NOVEMBER 1977. 1880
(Avond)
niet aan de rooms-katholieke schoolbesturen worden
gevraagd of zij de ouders voor het geven van een
bijdrage willen benaderen? Ik vraag dit gezien de
krappe middelen in de komende tijd en de waardering
van de ouders op dit moment.
Tenslotte wil ik namens de V.V.D.-fractie on
ze waardering uiten voor de gestadige vooruitgang
ten aanzien van het voortgezet avondonderwijs,
waaronder ook de zogenaamde Moeder-M.A.V.O. valt.
De heer VISSER: Het onderwijs voert in het po
litieke beleid slechts zelden de boventoon en ook
in deze raad is dat het geval, maar toch zou men op
het terrein van de onderwijspolitiek vele zaken aan
de orde kunnen stellen. Toen ik overdacht wat ik
vandaag over het onderwijsbeleid hier ter stede zou
gaan opmerken, was ik van plan mij dit keer sterk
te beperken. Dat is dan een hele prestatie, want
wat het onderwijs betreft zijn op het ogenblik de
velden wit om te oogsten.
Nu wij als C.D.A. met een aantal mensen met
het opstellen van het nieuwe gemeenteprogramma be
zig zijn daar is het nu de tijd voor waarbij
wij uiteraard moeten kijken naar het nu nog vigeren
de programma, leek het mij interessant te speuren
naar punten die misschien zijn blijven liggen of
niet voldoende tot hun recht zijn gekomen. Op het
resultaat van dat speuren zal ik dadelijk ingaan,
want eerst wil ik mijn grote waardering uitspreken
over het vele deskundige werk van het bureau onder
wijs, onder leiding van de heren Mens en Hector,
die de wethouder goed hebben bijgestaan bij zijn
werk als uitvoerder van het onderwijsbeleid in on
ze gemeente.
In de sectorbeleidsnota-onderwijs een voor
treffelijke nota staat in het kort wat er in
Breda zoal is gebeurd met de scholen, de academies,
de begeleidingsdienst, de opleidingen en het vor
mingswerk. Natuurlijk worden in die nota ook de
voornemens opgesomd. Men komt onder de indruk van
het vele werk dat door de wethouder en het bureau