25 NOVEMBER 1977. 1888
(Avond)
gende jaren door promotie, waardoor jonge mensen in
te dure woningen moeten gaan wonen omdat er geen
andere beschikbaar zijn. Die laatsten kunnen dan
eventueel huursubsidie krijgen, waarover mevrouw
Muntjewerff al heeft gesproken, maar daardoor gaat
in de eerste jaren de problematiek zich duidelijk
manifesteren. Het is mogelijk dat die mensen zowel
van de huursubsidie gebruik moeten maken, terwijl
zij bovendien een hogere onroerend-goedbelasting
moeten betalen. Wij zitten wat de onroerend-goedbe
lasting betreft met een aantal vraagstukken en ik
stel mij voor binnen korte tijd deze in de commis
sie financiën aan de orde te stellen. Wij hebben na
melijk ook van het ministerie het bericht gekregen
dat de wijze waarop wij het rioolrecht-A toepassen
met ingang van 1979 moet worden veranderd. Het is
dan de vraag wie de rioolrechten moet gaan betalen,
of deze moeten worden ingepakt in de onroerend-goed
belasting en/of aan het waterverbruik moeten worden
gekoppeld. Ik ben bereid in de commissie financiën
te bespreken hoe dat het beste zou kunnen gebeuren.
Wellicht is het zelfs mogelijk om via die weg het
grote waterverbruik wat zwaarder te belasten. Ik
noem dit nu overigens slechts als een mogelijkheid
en ik spreek er nog geen oordeel over uit. Er kan
een verzwaring ten aanzien van de eigenaren plaats
vinden, waardoor wij dan bij de eigenaren ongeveer
aan de top zitten. Eventueel kan ook gebruikersbe
lasting worden geheven. Ik ben bereid over deze he
le materie in de commissie financiën te praten en
ik kan dus aan het gestelde in de motie tegemoetko
men. In de motie wordt als uiterlijke datum 15 mei
genoemd en ik ben inderdaad bereid om in de maand
mei met een notitie hierover in de commissie te ko
men; ik wil die namelijk liever eerst in de commis
sie behandelen voordat zij in de raad komt. Als de
motie als zodanig is bedoeld en als men bij voor
baat geen uitspraak wenst over de grens die voor de
belastingvrije voet voor de gebruikers moet worden
gelegd, ben ik bereid aan de motie tegemoet te ko
men.