1889 25 NOVEMBER 1977. (Avond) De heer WELSCHEN:De motie is niet alleen zo bedoeld, het staat er zelfs letterlijk. Wethouder BROEDERS: Een bepaalde zin van de motie zou namelijk wat anders kunnen worden geinter preteerd, maar als mijn interpretatie van de motie juist is, heb ik met die motie geen moeite. De heer WELSCHEN: De wethouder begon zijn ver haal met het uiten van grote bezwaren. In eerste instantie zei hij eigenlijk dat hier geen mogelijk heden in zitten en daarom ben ik blij dat hij het toch een beetje anders ziet. Wethouder BROEDERS: Ik heb gezegd dat de on- roerend-goedbelasting een zakelijke belasting is. Als men een belastingvrije voet wil inbouwen, moet men de repercussies daarvan overdenken, omdat het draagkrachtbeginsel bij de onroerend-goedbelasting wettelijk niet kan worden toegepast. De heer WELSCHEN: Wij zijn het dus eens over het feit dat er verschillende bezwaren aanwezig zijn. Bij onze afweging hebben wij het feit dat hier toch lager betaalden mee worden geholpen laten prevaleren, maar kennelijk ligt dat voor de wethou der wat anders. Ik begrijp echter dat wij daar aan de hand van een notitie over zullen praten. Wethouder BROEDERSIk neem aan dat de heer Welschen ook oog zal hebben voor de bezwaren en on rechtvaardigheden die in dit systeem zitten, zoals vermoedelijk alle belastingsystemen wel bezwaren en onrechtvaardigheden inhouden, en dat hij tot een af weging van de voor- en nadelen zal willen beslui ten. Het is namelijk mogelijk dat het doel voorbij wordt geschoten en dat juist de mensen die nogal moeilijk zitten het nog wat moeilijker krijgen. Ik ben echter bereid hierover te spreken. De heer WELSCHEN: Daarover zijn wij het dan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1889