1891 25 NOVEMBER 1977. (Avond) kwestie waarmee zowel de overheid als het bedrijfs leven wordt geconfronteerd. De financiële voordelen van de automatisering zullen op de lange duur ver moedelijk toch enigermate beperkt zijn, maar hier mee kan wel worden bereikt dat er informatie kan worden gegeven die voor college en raad hanteerbaar is en op grond waarvan snel en goed beslissingen kunnen worden genomen. Ik meen daarom dat wij het nut en de kosten tegen elkaar moeten afwegen. Ik wil vervolgens ingaan op de kwestie van de bevordering van het eigen woningbezit. In de werk besprekingen heb ik al eens de vraag aan de orde gesteld hoe dit punt eventueel meer bekend kan wor den gemaakt. Ik zal hier opnieuw over spreken en deze vraag daarbij meenemen. Wij zullen bekijken of hierin verbetering kan worden gebracht. Mis schien moeten wij nog iets meer doen aan de moge lijkheden welke er zijn met betrekking tot garan ties et cetera. De heer Peeters heeft verder gezegd dat het doel van de kredietbank mogelijk onvolledig is aan gegeven. Ik ben bereid dat nog nader te bekijken. Overigens hebben wij over de betekenis van de kre dietbank al uitvoerig met elkaar gepraat en mijns inziens is het doel dat de heer Peeters noemde nog duidelijk aanwezig. Als het om de planning en de voortgangscontro le gaat zitten wij eigenlijk een beetje op eikaars terrein, mijnheer de voorzitter. Persoonlijk ben ik van mening dat de stap-voor-stap-methode nog vrij lang op zich zal laten wachten. Het zal nog heel wat tijd vergen voordat wij de sectorbeleids nota's als goed werkbare delen kunnen beheersen, van daaruit tot facetnota's komen en uitgaande daarvan een integraal beleid kunnen bepalen. Aan de andere kant denk ik echter dat dit de enige me thode is om tot een goed opgezet geheel te komen en dat het de moeite waard is die weg op te gaan. De heer Peeters heeft ook gepraat over de onderdelen welke bij de begroting aan de orde komen, onder andere het onderdeel van de belangenafweging.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1891