25 NOVEMBER 1977. 1896
(Avond)
wij daarmee een belangrijk goed voor iedereen in
Breda, ook voor alle politieke partijen, bereiken.
De heer WELSCHEN: Ik ben het met de wethouder
oneens dat er geen verwachtingen worden gewekt en
ik geloof dat hij dat ook absoluut niet hard kan
maken.
Wethouder BROEDERS: Ik geloof dat de heer
Welschen dan ook niet meer in de politiek moet blij
ven, want als men verkiezingsprogramma's presenteert
of beslissingen neemt in het kader van een meerja
renbegroting zal men altijd met de breekpunten van
de verkiezingen worden geconfronteerd. Zelfs als er
op dit moment een nieuw college zou komen, zou men
nog niet de zekerheid hebben dat een meerjarenpro
gramma geheel wordt uitgevoerd. De heer Welschen
zal dan tegen de meerjarenbegroting moeten stemmen,
terwijl één van de grote voordelen van een meerja
renbegroting is dat er geen besluiten voor slechts
één jaar worden genomen met verdoezeling van wat
daarna komt. Er worden dan beslissingen genomen
waarbij de kosten naar volgende jaren worden toege
rekend
De heer WELSCHEN: Ik heb het idee dat ik dit
allemaal al eens eerder heb beleefd en dat is ook
waar. Wij hebben praktisch dezelfde discussie al
eens eerder gevoerd en het is niet zo nuttig dat
nog eens te doen. Het vervelende is wel dat wanneer
de wethouder die argumenten weer naar voren brengt
ik verplicht ben de tegenargumenten opnieuw op ta
fel te leggen. Wij zijn het ermee eens dat dit
soort zaken in een programma worden opgevoerd en
wij vinden het ook een goede zaak dat de vaste kos
ten daarvan en de repercussies daarvan worden vast
gelegd. U weet echter net zo goed als ik dat wij
het niet zo gezond vinden de vrije ruimte in te
vullen. Daarmee worden namelijk verwachtingen ge
wekt, terwijl je niet de zekerheid hebt dat je die
ook kunt uitvoeren. Die zekerheid is nu ook aanzien-