1899 25 NOVEMBER 1977.
(Avond)
kaar worden afgestemd, want anders raken wij samen
de draad kwijt.
Mevrouw Koek heeft ook gesproken over een bij
drage van de ouders ten behoeve van het godsdienst
onderwijs. De scholen verlenen een vrij grote bij
drage voor het godsdienstonderwijs en het is dus
bepaald niet zo dat de gemeente daar alleen voor
betaalt. Ik weet niet of de scholen zelf een bij
drage van de ouders vragen.
Ik ben blij met de waardering die de heer vis
ser heeft uitgesproken. Hij heeft gevraagd hoe het
staat met de regionale schooladvies- en -begelei
dingsdienst. U weet dat de werkgroep is vastgelo
pen op een structuurprobleem. De S.A.D. is overi
gens bereid om in overeenstemming met de besprekin
gen die wij hier over dat punt hebben gevoerd bui
ten Breda te werken, wat aan de scholen is meege
deeld. Inmiddels vinden er ook gesprekken plaats
tussen de onderwijsinstituten, het Stadsgewest en
de SA.D-BredaDe volgende maand vinden er weer
gesprekken plaats, maar op dit moment zit het over
leg vast; men is tot op heden niet bijster in zijn
pogingen geslaagd. Ik hoop dat wij de impasse waar
we in zitten en die met name betrekking heeft op
de bestuursstructuur op enig moment kunnen doorbre
ken. Wij zijn voorstander van regionalisering, maar
in de praktijk zijn wij wat dat betreft op dit mo
ment vastgelopen.
In het kader van de spreiding van de scholen
voor met name voortgezet onderwijs in Breda kent
u het probleem van het voortgezet onderwijs in de
Haagse Beemden. Wat betreft de regionale instituten
is er bij de provincie een commissie werkzaam die
zich in de eerste plaats met het hoger beroepson
derwijs en het middelbaar beroepsonderwijs heeft
beziggehouden. De wethouder van onderwijs van deze
stad heeft in die commissie zitting en ik verwacht
dat de rapportage over dit onderdeel dit jaar of
begin volgend jaar kan worden afgerond, wij zullen
dan niet alleen een Bredase visie hebben, maar ook
een provinciale visie. Vervolgens zullen de andere