1907 25 NOVEMBER 1977. (Avond) Wethouder BROEDERSIk heb al gezegd dat dit punt in de groep die zich met de permanente educa tie bezighoudt aan de orde zal komen. Er zijn trou wens op dit punt al initiatieven gaande. Meer kan ik hier niet van zeggen. De VOORZITTER: De heer Broeders had al op de motie gereageerd. Het lijkt mij goed dat wij voor deze motie dezelfde methodiek toepassen als voor de andere moties. Als de moties in stemming worden gebracht zal er vanzelfsprekend gelegenheid zijn om stemverklaringen af te leggen en nadere explica ties te geven. Thans is aan de orde: PORTEFEUILLE Iopenbare orde, veiligheid en be stuurlijke organisatie. De heer KAARSEMAKER: Ik heb van mijn fractie de opdracht gekregen om over dit onderwerp kort en vriendelijk, zoals te doen gebruikelijk, het woord te voeren; ik zal dat proberen. Bij de algemene beschouwingen heeft de heer Ten Wolde tot ons het verwijt gericht dat wij, door de wijze waarop wij oppositie voeren, een soort van inspraakinflatie hebben bewerkstelligd. Hij stelt dat wij de inspraak gebruiken als een soort van volksverleider of iets van dien aard. Ik wil heel duidelijk stellen dat wijook als wij deel van het college zouden uitmaken of ooit in de toe komst deel van het college zullen uitmaken De heer TEN WOLDE: Ik heb bezwaar tegen die vertaling van mijn opmerking, want ik heb zeker geen woord als "volksverleider" gebruikt. Ik heb alleen gezegd dat de progressieven de inspraak met wat meer prudentie zouden moeten behandelen, opdat er tot een wat meer evenwichtige afweging wordt gekomen. Dat is iets totaal anders dan de heer Kaarsemaker nu suggereert.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1907