25 NOVEMBER 1977. 1908
(Avond)
De heer KAARSEMAKER: Ik meen dat wij de in
spraak bijzonder prudent gebruiken en ik ben ook
bepaald niet van mening dat er door het optreden
van de progressieven in deze raad en daarbuiten in
spraakinflatie heeft plaatsgevonden; ik wilde dit
even rechtzetten.
Dit jaar is op het gebied van de inspraak de
raad een belangrijke nota gepasseerd, namelijk de
Inspraaknota. Jammer genoeg hebben de diverse groe
peringen in Breda die op de nota hebben gereageerd
deze nota, zeker wat de procedure betreft, niet wil
len steunen. Het is jammer dat men die kans voorbij
heeft laten gaan, maar het is nu eenmaal niet an
ders. Van de zijde van de Partij van de Arbeid en
de P.P.R. is ingebracht dat de Inspraaknota niet af
was. Wij hebben gesteld dat de inspraaknota verder
moet worden uitgewerkt en dat de discussie zal moe
ten doorgaan. Eigenlijk moet die voortdurend door
gaan, zeker bij een proces als de inspraak. Wij
stellen ons voor dat die discussie in de commissie
algemene zaken en in de raad zal plaatsvinden, en
wij hebben er vertrouwen in dat dat ook zal gebeu
ren.
Wij vinden de Inspraaknota niet af, omdat wij
daarin een duidelijke paragraaf over de participa
tie en het overhevelen van gelden en bevoegdheden
naar lagere beslissingsinstanties dan de raad en
het instellen van wijkraden missen. In dit verband
wil ik even wijzen op wat hierover in het rapport-
-Veldkamp wordt gezegd. Ik meen dat 60 van de on
dervraagden toch wel veel voelde voor de instelling
van wijkraden. Het rapport-Veldkamp is indertijd
naar de diverse diensthoofden gestuurd. Wij zullen
graag zien dat de bevindingen en hetgeen hiermee
in de diverse diensten is gebeurd met cijfers van
dit rapport naar de commissie algemene zaken of
naar de raad worden teruggekoppeld. Ik kan mij her
inneren dat de heer Geene in de commissie algemene
zaken indertijd heeft gezegd dat de Inspraaknota
inderdaad misschien niet af is, maar dat er in
's hemelsnaam maar moet worden begonnen. Hij vond