190 22 MAART 1977 heeft zich de inkomsten te verwerven die voor het geleverde product als juist moet worden aangemerkt. Wij willen uw college dan ook verzoeken een en an der recht te zetten en als u niet aan ons verzoek wilt voldoen, overwegen wij hierover een uitspraak van de raad te vragen. Wethouder VAN DUN: De opmerkingen van mevrouw Muntjewerff hebben zijdelings met het onderhavige voorstel te maken. Het was overigens al bekend dat zij die opmerkingen over de achtertuinen naar vo ren zou brengen. Mevrouw Muntjewerff wil over de 50 een uitspraak van de raad vragen, maar dat betekent dan een herziening van de uitspraak die de raad al heeft gedaan. In het kader van de grond- poolmethodiek is namelijk voor de zij- en achter tuinen al door de raad besloten dat de prijs van de grond 50 van gevestigde prijs zal zijn. Me vrouw Muntjewerff wil derhalve een nieuwe uit spraak van de raad vragen. Voorts verzoek ik mevrouw Muntjewerff de kos ten van de dienst beplantingen voor het onderhoud van de zij- en achtertuinen in te calculeren. Wij zijn nog steeds van mening dat het, zo dit stede bouwkundig gezien noodzakelijk zou zijn, voordeli ger zou zijn op basis van de 50 %-regeling de zij- en achtertuinen te vervreemden; dit is in ieder geval voordeliger dan wanneer zij ten laste van de gemeente blijven, waarbij zij een vrij intensief onderhoudsprogramma voor de dienst beplantingen vergen. Het college wil daarom persisteren bij de indertijd genomen raadsbesluiten die inhouden dat voor de zij- en achtertuinen een tarief van 50 geldt. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Het antwoord van de wethouder heeft mij niet overtuigd. Ik vraag mij af of dan de grond niet onmiddellijk had moeten worden meeverkocht, want dan was het wél mogelijk geweest de normale prijs te verwerven.Ik wil daarom toch een motie indienen. De door mevrouw Muntjewerff-van den Hul c.s.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 190