25 NOVEMBER 1977. 1916 (Avond) stellingen zelf hiermee toch al worden overvoerd. Op dit punt moeten wij inderdaad de grootst mogelij ke voorzichtigheid betrachten. De heer Kaarsemaker weet dat ik nog nader overleg pleeg met mensen die over deze kwestie zouden kunnen adviseren, maar dit probleem zal zeker niet van de ene op de andere dag kunnen worden opgelost. Natuurlijk moeten wij kij ken naar de oorzaken van het een en ander, al heeft de overheid op dat terrein slechts een secundaire taak. De oorzaken liggen veel dieper, waarschijnlijk zelfs bij de opvoeding en op alle mogelijke andere plaatsen en de overheid dient zich naar mijn oordeel in dezen bescheiden op te stellen. Ik wil mij voorts een aantal opmerkingen met betrekking tot de inspraak veroorloven. Mijn verhaal op dit punt wordt wat eentonig, maar nogmaals zul len wij goed met elkaar moeten afspreken dat in spraak op zichzelf natuurlijk geen doel is. Ik word hier zelf wat naar van, want ik heb dat al zo vaak gezegd. Als wij over inspraak spreken, moeten wij het natuurlijk ook niet hebben over de procedure. Ik betreur het evenals de heer Kaarsemaker nog al tijd zeer dat wij over de Inspraaknota geen eenstem migheid hebben kunnen verwerven, terwijl die kansen naar mijn gevoel helemaal aanwezig waren; overigens is dat napraten. Wij hebben over de procedure gespro ken en aan het einde van de geleidebrief bij het aan bieden van de Inspraaknota hebben wij gesteld dat over deze aangelegenheid in de commissie algemene zaken kan worden doorgepraat; dit was een tekst waar de heer Kaarsemaker en wij geheel achter konden staan. In de Inspraaknota zijn enkele tientallen punten aan de orde gesteld die een verdere verdie ping vragen. De Inspraaknota is nog betrekkelijk jong en daaraan kan dan ook nog worden voldaan; daarover bestaat geen twijfel. Hoewel de heer Kaar semaker met de Inspraaknota niet akkoord kon gaan, zal ik toch graag zien dat wij gezamenlijk met de uitwerking daarvan verder gaan. Wij zullen mijns inziens toch wel op constructieve wijze met elkaar aan die nadere uitwerking kunnen blijven werken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1916