1925 25 NOVEMBER 1977.
(Avond)
redenen afscheid moest nemen. Jarenlang heeft hij
zich ingezet voor het structureren van een goed
personeelsbeleid in deze gemeente.
De door de heer Eissens c.s. ingediende motie
luidt als volgt:
"De raad van Breda, in gezamenlijk overleg
bijeen,
verzoekt het college:
jaarlijks een sociaal jaarverslag uit te bren
gen,
waarin het verantwoording aflegt van de ach
tergronden van het door hem gevoerde perso
neelsbeleid,
toegelicht aan de hand van feitelijke gege
vens met betrekking onder meer tot aanstelling,
beloning, opleiding, vorming, promotie, ont
slag, maatschappelijke hulpverlening, vormen
van overleg e.d."
De heer DREEF: Namens onze fractie wil ik
vaststellen dat ook het te voeren gemeentelijk be
leid in overeenstemming moet zijn met de maatschap
pelijke ontwikkelingen. Het moet deze ontwikkelin
gen op de voet volgen, wat zou moeten uitmonden in
een optimaal arbeidsklimaat voor de ambtenaar die
daarin moet werken. De algemene doelstelling van
het te voeren personeelsbeleid voor de gemeente
Breda is vastgesteld in de raadsvergadering van
juni 1970 en de desbetreffende nota is verleden
jaar opnieuw getoetst. Voorts is de gemeente Breda
een grote werkgeefster en zij is mede verantwoor
delijk voor een goed werkgelegenheidsbeleid. Bij
de algemene beschouwingen is door Chris Crul al ge
sproken over wat de gemeente Breda in dezen kan
doen. De mate waarin de hoofden van dienst gestalte
geven aan het te voeren personeelsbeleid is voor
ons nog niet altijd herkenbaar. De bevoegdheden van
de hoofden van dienst zijn niet autonoom, want de
uitvoering van bevoegdheden valt onder de verant-