25 NOVEMBER 1977. 1928
(Avond)
Binnenlandse Zaken heeft een uitspraak gedaan over
de vrije meningsuiting van ambtenaren. Ik zal graag
horen hoe het daar in Breda mee staat. Het zal ook
interessant zijn te horen hoe het college denkt over
een experiment in Eindhoven waarbij de chef door
zijn ambtenaren wordt beoordeeld.
Welke activiteiten denkt u te ondernemen op
het gebied van het werkoverleg? Wij hebben met u
geconstateerd dat dit in onze gemeente nog moeilijk
van de grond komt. Is dat een mentaliteitskwestie?
De doelstelling van het werkoverleg is wel duide
lijk. Dit is een zeer belangrijke vorm van directe
democratisering en het is duidelijk recht geworden.
Het werkoverleg valt en staat met de bereidheid tot
delegatie en het kan ook bij de inspraak van onder
andere chefs worden toegepast.
In uw sector geeft u duidelijk aan dat er za
ken aan projectgroepen worden opgedragen. Wij on
derschrijven uw activiteiten betreffende budgetver
hoging voor de vormingsactiviteiten.
Wat betreft het jaarverslag dat wij een dezer
dagen hebben ontvangen kunnen wij ons volledig scha
ren achter het gestelde door de heer Eissens. Wij
ondersteunen ook zijn motie in dezen.
De VOORZITTER: Thans is het onderdeel sociale
zaken aan de orde.
De heer KOERTSHUIS: Ik heb er geen behoefte
meer aan een algemene beschouwing te houden over
het functioneren van de commissie maatschappelijke
dienstverlening, zoals ik dat wel heb gedaan bij de
bespreking van de sector jeugd, sport en recreatie.
Ik gaf toen mijn gevoelens weer over het feit dat
de commissie en de commissieleden onderling goed
functioneren. Tevens heb ik erop gewezen hoe op
vallend het verschil is tussen het gedrag van de
gemeenteraadsleden in de commissies, dat door mij
positief wordt ervaren, en het gedrag van diezelf
de mensen tijdens de raadsvergaderingen, dat ik
soms negatief beoordeel. Ik vermoedde niet hoezeer