25 NOVEMBER 1977. 1934 (Avond) wonde" in ieder geval leesbaar is en dat men kan begrijpen waarover het gaat. Ik hoop dat hij en an deren ook hebben begrepen dat die nota het hele be leid van de gemeente omvat. Als men dat inderdaad heeft begrepen, moet ik zeggen dat de reactie van de raad mij enorm spijt. Het college heeft in ieder geval positiever op de nota gereageerd door een aantal, weliswaar minieme, wijzigingsvoorstellen over te nemen. Uiteraard be treur ik het dat men onze belangrijkste voorstellen niet heeft overgenomen, maar nog erger vind ik het dat de diverse fracties in de commissievergadering eigenlijk nauwelijks op onze voorstellen hebben ge reageerd. Zij zongen weer het oude liedje van: we hebben het niet kunnen lezen, het was niet duidelijk et cetera. Ik kan nu al zeggen dat wij, wanneer dit onderwerp in de raad komt, met een aantal voorstel len en amendementen zullen komen die parallel lopen aan die welke men al heeft. De heer EISSENS: Als iets leesbaar is, wil dat nog niet zeggen dat je het ermee eens bent. De heer OOMEN: Mijn bezwaar richt zich niet tegen het feit dat men het niet met ons eens is, maar tegen het feit dat er eigenlijk nauwelijks over de inhoud van onze voorstellen is gediscus sieerd; dat is iets heel anders. De heer VAN DONGEN: De portefeuille die nu aan de orde is, is wellicht de minst spectaculaire, maar voor het welzijn van de burgers is het mis schien de belangrijkste. Ik wil in vogelvlucht eni ge cijfers noemen. 15 Van de Bredase burgers maakt van deze dienst gebruik en het gaat dan om een aantal van ongeveer 18.000 mensen, die door heel Breda verspreid wonen. Dit zijn mensen in ma teriële nood, die vaak buiten hun schuld is ont staan. Financiële hulp is dan vaak wei mogelijk, maar er komen ook veel mensen met immateriële nood, waarvan de oorzaak materiële nood is. Het verlenen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1934