25 NOVEMBER 1977. 1940
(Avond)
in verband met taakverzwaring en het geven van gro
tere verantwoordelijkheden dat er promoties plaats
vinden. De heer Dreef sprak ook over openheid in
het personeelsbeleid, maar ik meen dat die met even
veel woorden als één van de doelstellingen in de
beleidsnota is vermeld. Het is alleen de vraag in
welke mate aan die openheid gestalte kan worden ge
geven
Over het optreden van de ambtenaren naar bui
ten zal een nota worden uitgebracht. Ik kan nu geen
exacte datum noemen en men moet mij dan ook niet
op een bepaalde termijn vastleggen. Er zal echter
binnen enkele maanden een nota aan b. en w. worden
voorgelegd, die uiteraard na de behandeling in het
college in de commissie aan de orde zal komen.
Ik wil hiermee het onderdeel personeelszaken
afronden. Ik weet dat ik niet op alle opmerkingen
heb geantwoord, maar de heer Dreef weet dat ik al
tijd bereid ben in de commissie personeelszaken
over allerlei zaken die van belang zijn te spreken.
De heer DREEF: Misschien kan de wethouder nog
op één punt ingaan. In verband met het projectteam
heb ik gevraagd naar uw visie op de relatie tussen
ambtenaren en burgers. Mijns inziens is dat een
punt dat echt in de commissie personeelszaken thuis
hoort. Wij hebben gevraagd of er een notitie kan
worden uitgebracht, een tussenrapportage naar de
raad toe, over de wijze waarop men een en ander
ervaart. Ik wil wat dat betreft toch wel graag de
een of andere toezegging krijgen.
Wethouder DE RAAFFIk houd nooit zo erg van
toezeggingen, maar ik wil wel bekijken hoe de situ
atie is. Als ik termen aanwezig acht om u daarover
te rapporteren zal ik dat ook doenmaar ik weet op
het ogenblik geen verstandig woord te zeggen over
de wijze waarop dit wordt ervaren.
Ik kom nu op het onderdeel sociale zaken. De
heer Koertshuis heeft enkele vragen gesteld over de
stand van zaken met betrekking tot de wijkgezond-