25 NOVEMBER 1977. 1942
(Avond)
gekocht, maar hij stelt zijn huis, dat tevens zijn
praktijkruimte moet worden, ook ter beschikking aan
de kruisvereniging en aan het maatschappelijk werk,
zodat in de aanloopfase, als er nog nauwelijks mens-
sen in de Haagse Beemden wonen, toch de gedachte
van een wijkgezondheidscentrum gestalte kan krijgen.
Naarmate er meer mensen in de Haagse Beemden komen
wonen zal ook het potentieel ontstaan om tot een
rendabel wijkgezondheidscentrum te komen.
Wat de decentralisatie van de woonwagenkampen
betreft heeft de heer Oomen opgemerkt dat we nu ge
lukkig in een stroomversnelling zitten. Ik moet u
zeggen dat ik hier grijze haren van krijg. U weet
hoe lang wij ermee bezig zijn geweest om tot een
nieuwe of gewijzigde gemeenschappelijke regeling te
komen. Wij hebben nu een gemeenschappelijke regeling
die door alle gemeenten is onderschreven. Op 3 juni
hebben wij zoals dat hoort de gemeenschappelijke
regeling naar g.s. gestuurd ter goedkeuring. Ik
verkeerde in de veronderstelling dat die goedkeuring
al lang had plaatsgevonden, maar een dag of veertien
geleden hoorden wij informeel dat mijn progressieve
vriend, Henk Einmahl, voornemens is die regeling
niet goed te keuren. Ik heb stante pede op zondag
middag opgebeld en om een bespreking verzocht met
de bedoeling hem te vragen die regeling wél goed te
keuren. De maandagmorgen daarop ben ik naar Den
Bosch getogen en heb daar met de gedeputeerde enke
le uren over de regeling zitten praten. De meeste
van zijn bezwaren zijn van tafel geveegd, maar één
is volledig overeind blijven staan, namelijk het
bezwaar tegen het getal. U weet dat wij hebben be
rekend welk aantal in 1985 in de regio Breda nodig
zal zijn en wij kwamen daarbij op 180 standplaatsen.
In de regeling hebben wij die 180 plaatsen over
verschillende gemeenten verdeeld. De heer Einmahl
is van mening dat een aantal van 180 te weinig zal
zijn en hij wil de regeling dan ook alleen maar
goedkeuren als er een groter aantal wordt opgenomen.
Nu is bij de totstandkoming van de regeling juist
een strijdpunt geweest de vraag om hoeveel mensen