25 NOVEMBER 1977.
(Avond)
van nieuwe organen zijn ingediend.
1944
De heer KOERTSHUIS: Maar u hebt in de commis
sie gezegd dat er nog ruimte is voor twee wijkop-
bouworganen omdat het geld niet voor 100 wordt
besteed
Wethouder DE RAAFF: Als de heer Koertshuis dat
zo definitief zegt neem ik aan dat dat de waarheid
is, maar mijn laatste informaties luiden zoals ik
zojuist heb aangegeven. Wij moeten nog eens uitzoe
ken wie van ons tweeën gelijk heeft. Overigens is
het natuurlijk niet zo dat elk nieuw opbouworgaan
per se nieuw geld moet kosten, want het kan zijn
dat een bestaand opbouworgaan in tweeën wordt ge
splitst. Wij zullen dat echter nog exact laten na
gaan
De heer Koertshuis heeft tenslotte gevraagd of
de ontwerp-kaderwet in de commissie sociale zaken
aan de orde kan worden gesteld. Persoonlijk heb ik
daar geen bezwaren tegen, maar wellicht moet dit
nog punt van overleg uitmaken in het college, waar
die wet nog moet worden besproken.
De heer Oomen heeft het woordenboek geraad
pleegd en is tot de conclusie gekomen dat toneel
echt kan zijn, en niet onecht zoals ik veronderstel
de. Ik heb er geen tijd voor gehad het woordenboek
in te zien, maar het zal wel zijn zoals de heer
Oomen zegt. Wij moeten dan dus concluderen dat to
neel toch echt is. Overigens geloof ik niet dat wat
in het woordenboek staat iets afdoet aan wat ik in
eerdere instanties heb gezegd.
De heer OOMENIk zal wel graag horen of wat
u zei op mij van toepassing was. Ik begreep namelijk
uit uw woorden daar was ik erg kwaad om dat
mijn optreden niet echt zou zijn.
Wethouder DE RAAFF: Ik kan mij niet herinneren
dat ik heb gezegd dat de heer Oomen onecht is. Wel
heb ik gezegd dat ik symptomen bespeurde die bij