1945 25 NOVEMBER 1977.
(Avond)
mij de vraag deden rijzen of er van echtheid spra
ke was.
De heer OOMEN: Dan weet u nu hoe het is.
Wethouder DE RAAFF: Nee, ik weet alleen dat
de heer Oomen meent dat toneelspelen toch echt is.
Dit betekent dan dat wij van mening verschillen
over de betekenis van het woord "toneel". Ik ge
loof echter niet dat dat voor de discussie op dit
moment relevant is.
De heer Oomen is ook teruggekomen op de mede
zeggenschap van de bejaarden in de bejaardenoorden.
Ik meen dat dat geen nieuwe vraag was, maar dat
daar al eens eerder over is gesproken. Ik vind dat
het niet tot mijn competentie behoort activiteiten
in die richting te ondernemen.
Vervolgens heeft de heer Oomen terecht gecon
stateerd dat de sectorbeleidsnota's niet zijn ge
wijzigd naar aanleiding van opmerkingen die in de
commissie zijn gemaakt. Het college heeft een be
paalde gedragslijn gevolgd, die echter niet op on
wil was gebaseerd. De nota's waren gereed en wij
meenden dat die nota's niet door iedereen weer
moesten worden veranderd. Het is evenwel duidelijk
dat de sectorbeleidsnota's een vervolg krijgen en
daarom denk ik dat in volgende sectorbeleidsnota's
met een aantal opmerkingen rekening zal worden ge
houden
De heer Oomen heeft gemerkt dat er tussen de
B.S.W.B. en de beplantingen iets aan de hand is,
maar ik geloof niet dat dat zo is. Wel zijn de ont
wikkelingen zodanig dat het zinvol is samen rond
de tafel te gaan zitten om te bekijken of de inder
tijd gemaakte afspraken op dit moment nog relevant
zijn of moeten worden bijgesteld. Ik heb vandaag
nog een stuk getekend waarin aan b. en w. wordt
voorgesteld de beide directeuren met een derde
voor een bespreking uit te nodigen.
De vraag inzake het betrekken van het perso
neel in het bestuur is eveneens niet nieuw. Ik meen