25 NOVEMBER 1977. 1954
(Avond)
als men stelt dat groepen die reeds een behoorlijk
voorzieningenpakket hebben geen verbeteringen meer
behoeven. Wel kunnen wij ons volstrekt vinden in de
vierde constatering in de motie. De P.v.d.A. en de
P.P.R. constateren tot onze grote vreugde dat de fi
nanciële mogelijkheden ontbreken om aan alle wensen
tegemoet te komen. Gezien de onduidelijke omschrij
ving kunnen wij deze motie toch niet ondersteunen.
Mevrouw Muntjewerff heeft een motie ingediend
inzake het aankoopbeleid met betrekking tot het
woonrecht voor jongeren. Wij vinden dat in de motie
wordt gekozen voor een ad hoc-oplossing in het tota
le huisvestingsprobleem, zonder dat er tot een prio
riteitsafweging wordt gekomen. Er wordt gesteld dat
wij de problematiek voor een deel zouden kunnen op
lossen door de aankoop van bepaalde pandenmaar
wij vinden dat wij dat toch wat meer inhoudelijk
moeten beoordelen. Op die gronden kunnen wij de mo
tie niet ondersteunen.
De motie inzake het Van Sonsbeeckpark houdt
verband met de wijze waarop men de inspraak wil
toepassen. De voorzitter heeft gezegd dat de diep
gang en de wijze van inspraak volstrekt projectaf-
hankelijk zijn. Hier wordt een pleidooi gehouden
voor een inspraakprocedure die moet gelden voor ie
der probleem dat zou kunnen spelen en wij menen dat
de inspraak functioneel moet blijven in relatie tot
de problematiek die speelt. De toezegging van de
wethouder achten wij in dezen voldoende; deze maakt
de motie overbodig.
Motie 6 betreft de werkgelegenheid en het op
vangen van de werkloosheid, waarvoor extra overleg
nodig zou zijn. Men heeft niet exact geformuleerd
waarover het gaat en wij hebben geen behoefte aan
vrijblijvend overleg. Er is ook geen indicatie over
het karakter van het overleg gegeven. Om die reden
lijkt het ons niet verstandig deze motie te aan
vaarden
Ik kom nu op de motie met betrekking tot de
onroerend-goedbelasting en het instellen van een
heffingsvrije voet. Er wordt gevraagd om een raads-