25 NOVEMBER 1977. 1962
(Avond)
van deze zitting in het bijzonder noemen, omdat de
inspanningen van zijn afdeling bij dit tenslotte
ook financiële stuk bijzonder mogen worden geprezen
Mijnheer De Werd, hartelijk dank, wij zien u het
volgend jaar helaas niet terug.
(applaus)
De VOORZITTER: Ik wil u tenslotte danken voor
de wijze waarop u hebt vergaderd. Het was af en toe
wel eens moeilijk, maar al met al is het toch nog
redelijk goed afgelopen.
Ik weet dat de heer Van Duijl in zijn functie
van nestor van de raad nog een enkel woord wil zeg
gen.
De heer VAN DUIJL: U noemde zojuist het woord
"relativeren". Ik wil dit jaar proberen het iets
anders te doen dan in andere jaren.
Dames en heren. Tijdens deze begrotingsbehande
ling zijn door enkele raadsleden nogal opmerkelijke
uitspraken gedaan en tijden deze behandeling heb ik
de moeite genomen te proberen een aantal van die
uitspraken te noteren. Ik weet zeker dat ik er ver
schillende ben vergeten, maar dat zal men mij wel
licht niet euvel duiden. Overigens heb ik bij het
opschrijven en thans bij het oplezen van die woor
den tegen mijzelf gezegd: Kees, pas op dat je niet
de verkeerde pet op zet. Wij mogen constateren dat
de warme bakker ons niet alleen goed heeft verzorgd
en van het een en ander heeft voorzien, maar dat
er zelfs tijdens deze begrotingsbehandeling reclame
voor hem is gemaakt. Als je iemand op een gegeven
ogenblik een progressief handje geeft, kun je wel
licht gemakkelijker over de hobbels komen en als
dat niet lukt is er zeker nog wel een wethouder te
vinden die je dan een arm onder de rug steekt. Hoe
hij dat klaarspeelt is mij nog een raadsel, maar
wellicht kan hij dat straks nog even toelichten.
Op een gegeven moment dacht ik aan kannibalisme,
want bij het rooien van bomen werd ook een vergelij