1963 25 NOVEMBER 1977.
(Avond)
king getrokken met mensen. Toen verscheen echter
broeder Alphonso ten tonele met een kaars in de
hand. Wellicht kan hij de Rotterdammers selecteren,
want dan gebeurt het zeker eerlijk. Verder was er
nog iemand in een achterstandssituatie die dat met
knikkende knieën aanvaardde. Wellicht kunnen we
hem nog op de been helpen met inspraakmelk van de
collegekoeien die we met stokpaardhengsten in be
dwang houden. Wij zouden dan het terrein waarop zij
grazen met milieupoten kunnen omgeven. Over dit
alles waren dan de hovaardige geesten rond, zoals
die uit de woorden van een van onze wethouders
werden opgevangen
Dit is een ietwat ludieke vertaling van drie
dagen begrotingsbehandeling. Ik wil niet eindigen
alvorens een dankwoord uit te spreken aan allen
die ons verzorgden. Ik noem ook het publiek op de
tribune dat het kon opbrengen een deel van de de
batten te volgen. Ik dank ook de ambtenaren, waar
bij ik mij helemaal moet aansluiten bij de woorden
van de voorzitter, die zich in het bijzonder richt
te tot de heer De Werd. Namens u allen wil ik mij
daarbij graag aansluiten; het applaus heeft dat
ook al duidelijk aangetoond. De ambtenaren hebben
lange uren zwijgzaam een woordenstroom over zich
heen laten gaan, maar zij stonden ook altijd met
raad en daad terzijde als het college op hen een
beroep deed.
Ik wil ook de pers niet vergeten die probeer
de de burgers van onze stad te informeren over wat
zich in deze zaal afspeelde. Ik heb vervolgens ook
respect voor de wijze waarop u zich allen in de
begroting hebt verdiept en vele uren moeizaam hebt
gewerkt. Dit alles is gebeurd voor een stad vol
vreugde, hoop en liefde, met leefruimte en ont
plooiingsmogelijkheden voor allen. Wat mij betreft
mag die stad dan ook nog groeistuipen hebben.
De VOORZITTER: Wij zullen dadelijk tezamen
nog een glas drinken, niet alleen vanwege het eind
van de begrotingszitting maar ook op de jarige heer