15 DECEMBER 1977
1975
wij van de grote gemeenten de laatste zijn, die
nog niet op zijn brief heeft gereageerd. Het is
dan merkwaardig te zien hoe deze zaak uiteindelijk
toch in beweging komt. Eigenlijk wordt deze kwes
tie op dezelfde manier behandeld als de brieven en
opmerkingen van mijn collega-raadslid mevrouw
Stutterheim met betrekking tot het roken in de ge
meenteraad, welke reeds diverse keren aan de orde
zijn geweest. Een en ander wordt eigenlijk in de
vorm van een soort "onderonsjes" afgedaan door
mensen die er niet zoveel van afweten. Door burge
meester en wethouders worden daarbij nooit de des
kundigen bij uitstek die wij in onze gemeente heb
ben betrokken, namelijk de Stadsgewestelijke Ge
zondheidsdienst en de mensen die daar werken. Ook
de onderhavige brief wordt in de commissie maat
schappelijke dienstverlening verschillende keren
aangehaald, waarbij men zich dan afvraagt wat men
ermee aanmoet en men te kennen geeft het allemaal
maar moeilijk te vinden. Dit is voor ons een ar
gument om thans voor te stellen deze kwestie nog
eens goed te behandelen.
Een tweede argument - dit is eigenlijk toch
wel belangrijker - om te vragen deze brief niet
door burgemeester en wethouders te laten afdoen,
maar van een preadvies te laten voorzien ligt in
het vraagstuk als zodanig besloten. De heer Meins-
ma is namelijk van mening dat er een rookverbod op
alle scholen moet komen. Staatssecretaris Groshei
de, heel lang geleden staatssecretaris van een -
nu bijna opnieuw opgericht - C.D.A./V.V.D.-kabinet,
heeft een keer een rondschrijven opgesteld, dat
nog altijd geldt. Ik zie niet in waarom niet op
nieuw kan worden onderzocht of het mogelijk is het
roken op onze gemeentelijke scholen te verbieden.
Voorts vraagt de heer Meinsma om een rook
verbod in de gemeenteraads- en commissievergade
ringen. Ons inziens kan dit vraagstuk veel beter
worden bekeken door de mensen die ter zake deskun
dig zijn. Ik zal verder niet het desbeteffende
rapport van het ministerie van Volksgezondheid