15 DECEMBER 1977 1985 stellen, zodanig dat onevenredige winst op de grondverkoop later onmogelijk wordt. Overigens heeft het ons ook zeer verbaasd dat bij deze bouw plannen de wijkraad-Oost niet is geïnformeerd en ook niet de gelegenheid tot inspraak heeft gehad. Ik zou de wethouder willen vragen of hij eventueel bereid is bij verdere invulling van de witte plek ken in het bestemmingsplan Breda-Oost rekening te houden met de wensen van de wijkraad ten aanzien van het hebben van inspraak of eventueel het tij dig doen informeren, zodat men kan reageren op de ze plannen. Wethouder VAN DUN: Het gaat wat dit soort kwesties betreft vaak wat moeilijk in de raad en naar ik meen moeten wij wel even vaststellen waar mee wij in dit geval bezig zijn. Het gaat hier over een grondverkoop aan de Stichting Medisch La boratorium en niet over een bestemmingsplanwijzi ging of het afgeven van een bouwvergunning. Mevrouw STUTTERHEIM-EDELING: Ik weet niet te gen wie de heer Van Dun op het ogenblik aanpraat, maar ik heb niet gesproken over een bestemmings planwijziging. Ook ik weet wel dat het in dit ge val niet om een bestemmingsplanwijziging gaat. Wethouder VAN DUN: Dan is de vraag van mevrouw Stutterheim gauw beantwoord. Ik voel er niets voor met de wijkraad te overleggen over de verkoop van gronden in Breda tegen de prijzen die zijn overeen gekomen. Dat is een geheel andere kwestie dan het geen waarnaar eigenlijk de vraagstelling van me vrouw Stutterheim tendeert, namelijk dat je met de wijkraad zou moeten overleggen over de vraag wat men van zo'n gebouw denkt. Dan moeten wij duide lijk praten over de bestemming die daar wordt ge realiseerd. Mevrouw STUTTERHEIM-EDELING: Ik wil nogmaals interrumperen en stellen, dat ik niet heb gespro ken over het betrokken zijn van de wijkraad bij het bepalen van de grondprijs. Eerst heb ik uit-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 1985