1986
15 DECEMBER 1977
eengezet wat in mijn fractie wordt gedacht over
het predikaat "bijzondere bebouwing" en daarna heb
ik ingebracht, dat de wijkraad het op prijs zou
stellen indien hij zou worden geïnformeerd over of
eventueel inspraak zou krijgen bij het bepalen van
de bebouwing binnen de normen van het bestemmings
plan. Het is heel normaal dat een wijkraad daarbij
wordt betrokken en ik vind het dan ook volkomen
duidelijk, dat de wijkraad dit wenst.
Wethouder VAN DUNDe interrupties van me
vrouw Stutterheim maken het mij steeds gemakkelij
ker. Als er wordt ingevuld - zoals mevrouw Stut
terheim zegt - binnen een bepaalde bestemming is
het niet de gewoonte van dit college daarover in
spraak te geven, zoals door mevrouw Stutterheim
is gevraagd. Als wij stellen dat hier sprake is
van een invulling van bebouwing binnen de mogelijk
heden van het bestemmingsplan, dan betekent dit
dat wij te dien aanzien niet aan inspraak doen,
omdat de inspraak heeft plaatsgevonden bij de vast
stelling van het bestemmingsplan. Dit wil ik in
alle duidelijkheid stellen met betrekking tot de
vraag van mevrouw Stutterheim, waarbij zij appel
leert aan het optreden van haar fractiegenoot de
heer Houben in de commissie openbare werken en
ruimtelijke ordening.
Toch meen ik ten aanzien van de vraagstelling
van mevrouw Stutterheim en de heer Van Duijl een
aantal zaken op een rij te moeten zetten. Naar ik
meen hebben wij een en ander in de commissie dui
delijk met elkaar besproken. Er is in dit geval
sprake van "bijzondere bebouwing", want het Me^
disch Laboratorium voldoet aan de voorwaarden voor
een medisch laboratorium. Als zodanig is de vraag
van de heer Van Duijl beantwoord.
Mevrouw Stutterheim heeft gevraagd bij de
overdracht van grond extra voorwaarden in te bou
wen. Ik wil van de zijde van het college deze
vraag volstrekt negatief beantwoorden. Als wij be
zig zijn met een naar mijn oordeel ook in het