15 DECEMBER 1977 2009 rij te zetten wil ik het volgende stellen. Het is gebeurd, het geld is uitgegeven, de machtiging is verleend en dit geldt voor 1977. Het is op basis van een misschien te weinig kritische instelling, dat men nu voorstelt met dezelfde aannemers een contract af te sluiten voor de bouwvak vak fin ti e Voorts kan ik de heer Van Banning mededelen, dat het inderdaad de bedoeling is in 1978 hetzelfde te doen, zij het niet in dier voege dat wij achteraf met een voorstel bij de raad komen. Wij zullen daarmee van tevoren bij de raad komen en daarbij neem ik graag de suggestie - en ook de medewerking - van de heer Van Banning in overweging eens "bre der" rond te kijken dan naar het afsluiten van a- parte contracten, aannemend dat ieder die iets met bulldozers, laadschoppen en graafmachines te maken heeft in de drie weken van juli met vakantie is. Wellicht heeft de heer Van Banning terecht gesug gereerd, dat een en ander op een veel gemakkelij ker en handiger manier kan worden gedaan. Het is een stuk dat rammelt, het is een nage komen zaak en het geld is uitgegeven. Ik zeg de heer Van Banning graag toe, dat wij voor 1978 wat kritischer ten aanzien van deze gehele kwestie zullen zijn. De heer VAN BANNING: Naar ik meen heeft het weinig zin hierop in tweede instantie nog dieper in te gaan. Indien dit nodig mocht zijn ben ik gaarne bereid daarover nog eens met de betrokkenen van gedachten te wisselen. Ik heb namelijk de over tuiging dat het niet nodig is 20.000,- uit te geven om deze zaken veilig te stellen en daarmede de verantwoordelijkheid voor dit soort calamiteiten te kunnen dragen. Mijns inziens zijn er ook wegen om deze verantwoordelijkheid te dragen, zonder dat daarvoor een dergelijke uitgave dient te worden gedaan De VOORZITTER: Ik meen nog te mogen zeggen dat het nu niet het juiste moment is om op de al gemene problematiek van de rampenbestrijding in te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 2009