2026 15 DECEMBER 1977 bedrijven, die straks met de directie en in over leg met de betrokkenen toch een keer gaat uitma ken hoe een en ander geregeld gaat worden. Als de kibbelende partijen - zo zullen wij ze maar even noemen - er echter niet uitkomen zou ik graag zien dat de wethouder een datum zou noemen, waarop hij gaat optreden en aan een oplossing van deze pro blematiek gaat beginnen. Wethouder SANDBERG: Dat antwoord is uiteraard in eerste instantie afhankelijk van de vraag of er uitzicht op is dat de beide partijen zelf tot overeenstemming komen. Ik ben van mening dat je, als dit uitzicht er is, dit niet moet gaan frus treren dat men tot een bepaalde datum de tijd heeft om tot overeenstemming te komen. De heer VAN DEN WIJNGAARD: U hebt in eerste instantie over tumultueuze vergaderingen gespro ken en mijns inziens is er dan weinig hoop op het uitzicht, waarover de wethouder zojuist iets heeft gezegd. Als wij ons oor te luisteren leggen zal misschien blijken dat het wel eens anders toegaat aan de Van Rijckevorselstraat. Wethouder SANDBERG: Wij moeten natuurlijk niet verhelen, dat deze discussie onder de gros siers pas ongeveer drie weken geleden op gang is gekomen. Nu leven zij met dat idee en ik vind dat je ze wel even de gelegenheid De heer VAN DEN WIJNGAARD: Dat was niet de oorzaak van mijn vraagstelling, want ik ben reeds 15 maanden geleden over deze kwestie begonnen. Wethouder SANDBERG: Jawel, maar wij hebben het nu over de meest betrokkenen en dat zijn de grossiers zelf. De heer VAN DEN WIJNGAARD: Ik beoefen de po litiek in mijn vrije uren, maar voor de wethouder is het een dagtaak. De VOORZITTER: Nu mag de wethouder even

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 2026