206 22 MAART 1977 Wij weten niet of het college met dit voorstel een speciale bedoeling voor cgen heeft gestaan. Moeten wij het voorstel opvatten als een taktische koerswijziging waarmee het college aangeeft dat het vanaf heden regelmatig met dit soort voorstel len over inspraak naar de raad zal komen of liggen hier andere bedoelingen aan ten grondslag? De in- spraakkosten waar het in het onderhavige voorstel om gaat hebben betrekking op een vrij simpele aan gelegenheid, namelijk de verspreiding van een aan tal nota's. Hier wordt een bedrag van 35.000, genoemd, maar het college heeft opgemerkt dat dit slechts het topje van een ijsberg is en daarom wordt het toch wel tijd dat in voorstellen waarbij inspraakprocedures ter sprake komen ook de kosten van die inspraak worden aangegeven. Onze fractie beschouwt het als vanzelfsprekend dat de inspraak- kosten met betrekking tot het realiseren van een bepaald pzoject te voren bij de raad bekend zijn. Dergelijke kosten dienen te worden begroot en men zal zich vervolgens aan die begrotingen moeten houden. Wij achten het van belang van het college te vernemen met welk oogmerk dit voorstel is in gediend en met welke bedoelingen het college in het vervolg zal handelen. Wethouder VAN GRAAFEILAND: De heer Van Dengen heeft een aantal opmerkingen met betrekking tot inspraak in het algemeen gemaakt, die aan de con crete inhoud van dit voorstel wat voorbijgaan, Ik neem aan dat die allemaal nog aan de orde zullen komen bij de behandeling van de nota over de in spraak die de raad van het college tegemoet kan zien. Uiteraard zullen dan ook de kosten van in spraak in het algemeen aan de orde komen in verge lijking tot het rendement dat inspraak kan opleve ren, voorzover dat rendement überhaupt kan worden gekwantificeerd. Op de vraag van de heer Van Dongen hoeveel reacties er op de nota zijn binnengekomen naast die van de sportverenigingen heb ik het antwoord

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 206