22 MAART 1977 229 Dit voorstel is in de raadsvergadering van 21 maart 1977 reeds behandeld. 45. bijlage nr. 115. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VERDAGING VAN DE BESLISSING OP HET INGESTEL DE BEROEP VAN DE HEER C. VAN HAPEREN TEGEN WEIGERING VAN EEN BOUWVERGUNNING. (D) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 46. bijlage nr. 116. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING VAN EEN VERORDENING GELDELIJKE VOORZIENINGEN RAADS- EN COMMISSIELEDEN. (M) De VOORZITTER: Ik zou hierover vooraf een opmerking willen maken, die onder meer afkomstig is uit de commissie algemene zaken, waar enkele weken geleden over deze kwestie uitvoerig is ge sproken, Op blz. 2 van het voorstel is sprake van inachtneming van de wettelijke voorschriften ter zake van de loonbelasting en sociale verzekerin gen, maar achteraf moet worden geconstateerd dat die wettelijke voorschriften er in dezen niet zijn. Dit betekent dat de inhouding van loonbe lasting op de vergoeding aan raadsleden niet ver plicht is, hoewel uiteraard, wanneer in particu liere situaties toch inhouding wordt verlangd, aan dat verlangen kan worden voldaan. Hetzelfde geldt voor de premie A.O.W./A.W.W.inhouding is -T- ik heb mij daar nader over laten informeren niet verplicht, ook al kan men in bepaalde situa ties te kennen geven dat men het inhouden van die premie toch op prijs stelt. In ieder geval bestaan er geen wettelijke verplichtingen tot inhouding en de bedoelde zinsnede is dan ook, voorzichtig gezegd, overbodig. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoof delijke stemming wordt hierna overeenkomstig het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 229