22 MAART 1977 231 de orde komen. Op de tweede plaats stel ik vast dat het col lege zich ten aanzien van het aankoopprogramma de verwerving van onroerend goed in de Haagse Beemden als eerste prioriteit heeft gesteld. Daarnaast zijn er aankopen in het geding ter verwezenlijking van plannen die eveneens dringend zijn. Ik noem als voorbeeld de plannen met betrekking tot de woonfunctie in Princenhage West-II, het industrie terrein in Moleneind-Oost, de Haagpoort, de Gerar- dus Majellawijk en het gebied Leuvenaarstraat/Mid dellaan. Al deze plannen liggen ons na aan het hart. Te dien aanzien is in het aankoopprogramma voor 1977 geen prioriteitenstelling aangebracht. We kunnen namelijk alleen vaststellen dat we in 1977 in het kader van planrealisering bepaalde aankopen verwachten, maar voor het overige hangt alles af van het verkrijgen van goedkeuring, van het goedkeuringsbeleid van gedeputeerde staten, alsmede van het tempo van werken van de woning bouwverenigingen en niet in het minst van de afde ling stedebouw. Met het oog daarop kunnen geen prioriteiten worden aangebracht; er kan slechts inzicht worden gegeven in hetgeen ons in 1977 te wachten staat. Wanneer men nu voorstelt met voorbijgaan aan dit alles zonder meer prioriteit te geven aan aan kopen in de binnenstad ter versterking van de woonfunctie we hebben dat in het college gedu rende de pauze besproken --, gaat zulks dit colle ge te ver. We kunnen deze prioriteit niet blinde lings toekennen, te meer daar er, zoals men in het "oranje boekje" heeft kunnen zien, in het kader van de bij de binnenstadsbesluitvorming door de raad uitgesproken bedoelingen nog een actieprogram ma moet worden opgesteld ter zake van de aankopen in de binnenstad. Het gaat ons te ver voorbij te gaan aan onze zorg voor de aankopen ten behoeve van aan snee zijnde of toekomstige plannen en ab solute prioriteit aan de binnenstad toe te kennen. Deswege kan ik de raad mededelen dat wij de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 231