232
22 MAART 1977
aanvaarding van de motie ontraden.
De heer LAMBREGTS: Het aankoopprogramma heeft
onze instemming, vooral omdat in het voorstel dui
delijk is aangegeven dat er geen globaal bedrag in
het geding is, waarvan de onderdelen afzonderlijk
in de raad aan de orde zullen komen.
Vervolgens iets over de motie. In een commis
sievergadering is al iets in deze richting gesug
gereerd, speciaal ten aanzien van renovatie-gebie
den, rehabilitatie-gebieden enz.omdat dat in het
huidige aankoopprogramma ontbreekt. In de commis
sie is bij die gelegenheid al betoogd, dat iemand
die, zoals in de motie wordt gedaan, aan zulke as
pecten prioriteit wil geven, wel heel erg goed
moet weten waar hij over praat. Er moet niet al
leen worden gelet op de filosofie en de intentie
van onze raad, maar ook op de activiteiten die de
landelijke overheid onderneemt. Ik hoef in dat
verband alleen maar de wet op de stadsvernieuwing
te noemen en erop te wijzen dat er geregeld dingen
naar ons toe komen die daarmee verband houden.
De versterking van de woonfunctie in de bin
nenstad gaat ons allen aan het hart, zoals uit de
in maart in het Turfschip gehouden besprekingen
is gebleken. Ik ben het echter met de wethouder
eens dat men, wanneer men op dit gebied prioriteit
ten wil stellen, goed moet weten waar men over
praat. Dit betekent dat men niet zo maar links en
rechts uit de flank prioriteiten moet stellen, om
dat men het dan financieel waarschijnlijk niet
meer zal kunnen verhapstukken, terwijl men op die
manier bovendien bij allerlei burgers desillusies
zal opwekken, hetgeen naar ik meen ons doel niet
is.
Het aangeven van prioriteiten in het ter ta
fel liggende aankoopprogramma komt ons ongewenst
voor, te meer daar het college reeds op alle moge
lijke manieren bezig is. Ik wil de opsomming van
de wethouder nog enigszins uitbreiden; we weten
dat een ambtelijke werkgroep binnenstad zich