234 22 MAART 1977 is die woonfunctie te versterken op de plaatsen waar dat mogelijk is. Het begrip "binnenstad" houdt naar onze mening een te onduidelijke omschrijving in, daar wij een versterking van de woonfunctie in de enge binnenstadskern als moeilijk haalbaar be schouwen. De V.V.D. vindt een actief aankoopbeleid niet de eerste taak die de gemeente ter verster king van de woonfunctie zou moeten vervullen. Dit is een overweging op grond waarvan wij tegen de motie zijn. Een andere overweging is dat met behulp van artikel 56 van de woningwet wordt geprobeerd de woonfunctie in de binnenstad waar dat mogelijk is te versterken. Bovendien is bij het doen van de in de motie gevraagde prioriteits uitspraak niet duidelijk in hoeverre een en ander financieel-technisch haalbaar is. Wanneer de ge meente in gebieden waar de woonfunctie op zichzelf al een moeilijk gegeven is, op deze manier een ac tief beleid gaat voeren, heeft dat vergaande con sequenties. Daar komt nog bij dat elke aankoop in het ka der van het aankoopprogramma in de commissie open bare werken aan de orde zal komen en in de raad zal moeten worden vastgesteld. De heer CRUL: Uit de woorden van de heer Ten Wolde leid ik af dat er over het versterken van de woonfunctie in de binnenstad een verschil van op vatting tussen de V.V.D. en het C.D.A. is. Ik vind dat daar nu toch wel duidelijkheid over moet ko men. De heer Ten Wolde zegt in feite dat het geven van prioriteit aan de woonfunctie niet mogelijk is, terwijl het C.D.A. er uitdrukkelijk achter gaat staan. Wat is er nu eigenlijk aan de hand? De heer TEN WOLDEIk heb niet gezegd dat er geen mogelijkheid is, maar alleen dat het finan cieel-technisch bezien voor een gemeente moeilijk is via het aankoopbeleid de woonfunctie in de bin nenstad te versterken. Dit is een aparte benade ring van het geheel, terwijl uit het aanvaarden van de mogelijkheid tot het hanteren van artikel 56

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 234