22 MAART 1977 243 afwijking van de tot nu toe gevolgde methodiek ertoe zou leiden dat er voor de laatste vierkante meters relatief weinig belangstelling zou zijn, omdat men, als de grond in gemeentehanden blijft, toch een groenvoorziening blijft behouden. Ik wijs er nog op dat, zoals de wethouder heeft gezegd, bij nieuwe bestemmingsplannen door een efficiënte re indeling het ''overhouden" van stukjes grond zou kunnen worden beperkt. Helemaal te voorkómen is het nooit, maar het is in ieder geval onverstandig de laatste vierkante meters in handen van de ge meente houden. Al met al kunnen wij ons niet ach ter de motie stellen. Vervolgens zou ik nog op een onduidelijkheid in de motie willen wijzen. Onder a. is sprake van de "normale prijs" -.v dat is dan de prijs voor de grond ten behoeve van normale bouw -■>-terwijl on der b. een relatie met het geleverde produkt wordt gelegd, Ik meen dat het één met het ander in strijd is en ik zou mevrouw Muntjewerff willen vragen hierop een toelichting te geven. Overigens neem ik aan dat ten aanzien van de percentages in de motie een fout is gemaakt. Ik dank u. De heer CRUL: In de motie is inderdaad een fout percentage vermeld, Wij hebben bedoeld een verdubbeling van de prijs te bepleiten, maar ik neem aan dat de motie door iedereen in die zin is opgevat In de door mevrouw Muntjewerff ingediende motie wordt in de laatste regel "50 veranderd in 1QQ% De heer CRUL; Evenals in Den Haag doet zich hier een verschil van opvatting ten aanzien van de grondpolitiek voor, maar de opstelling van het C-D.,A-, is hier wel iets anders. Misschien had van uit Breda. een zeker licht naar Den Haag kunnen schijnen en was het daar dan niet zo ver gekomen.' Overigens is het niet onze bedoeling over dit on derwerp een uitvoerig debat te voeren, maar het is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 243