276 14 APRIL 1977 Gezien de samenstelling en de kwaliteit van het projectteam Hoge Vucht heeft mijn fractie hoge verwachtingen ten aanzien van de advisering en de signalering van de problematiek. Wij nemen aan dat de kennis en de vaardigheden van de leden van het projectteam een goede inspraakmethodiek garande ren. Wanneer dan ook bij de budgettering van het projectteam ook nog een post voor inspraakadvi seurs wordt opgenomen, vinden wij dat dezen een dubbelfunctie zullen vervullen ten opzichte van het projectteam zelf. Mede met het oog op de kos tenbewaking zouden wij het college willen vragen hieraan de nodige aandacht te besteden en het pro jectteam te vragen enige voorzichtigheid te be trachten. Naar onze mening kunnen de in de Hoge Vucht te verzamelen gegevens wel door het project team worden vertaald in een advies aan het college en de raad. De heer EISSENS: Ter voorkoming van misver stand zou ik aan het adres van de heer Ten Wolde het volgende willen zeggen. Als ik over de finan ciële situatie na 1 juli 1978 spreek, denk ik niet in eerste instantie aan het uitlopen van de huidi ge activiteiten van het projectteam. Ik kan mij echter voorstellen dat het projectteam met bepaald- de plannen komt die ook in financiële zin moeten worden gerealiseerd. In verband daarmee heb ik het college in overweging gegeven met de financiële consequenties, al was het maar pro memorie, reke ning te houden. Wethouder VAN DUN: Ik wil even ingaan op het eerste deel van het betoog van de heer Ten Wolde. We weten dat het projectteam Hoge Vucht per 1 juli 1978 expireert. De heer Eissens heeft zich afge vraagd of we het binnen die tijd wel redden; voor het geval dat dat niet mogelijk lijkt, moet er naar zijn mening een financiële veiligheidsmarge worden ingebouwd, opdat men het werk toch kan af maken. De heer Ten Wolde heeft gezegd: het ver baast mij dat de wethouder vermoedt dat men op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 276