282
14 APRIL 1977
Ik denk dat daarbij zowel theoretisch denkende
mensen als praktijkmensen nodig zijn, omdat je er
anders gewoon niet uitkomt; we hebben er wel ver
trouwen in dat die beide categorieën elkaar zullen
vinden en van De Pluu iets zullen maken.
We zouden op een aspect willen wijzen dat in
alle discussie over De Pluu weinig aan de orde is
geweest. De Pluu is een open jongerencentrum dat
relatief goede mogelijkheden heeft, maar waarvan
we op dit ogenblik niet weten in welke richting het
zich zal gaan ontwikkelen. Ook voor de mensen van
De Pluu zelf is dat bijzonder moeilijk te bepalen.
De praktijk zal moeten uitwijzen op welke manier
de jeugd van Breda reageert en of er bepaalde
groepen gaan reageren. In het raadsvoorstel staat
en ook ervaringen in andere plaatsen wijzen in
die richting dat waarschijnlijk een bepaalde
categorie gaandeweg beter de weg naar De Pluu zal
weten te vinden dan een aantal andere categorieën.
De toehoorder voelt natuurlijk al welke kant wij
op willen: voor ons zal de activiteit van De Pluu
steeds weer worden getoetst tegen de achtergrond
van de vraag of de jongeren die in een achterstand
situatie verkeren, nog steeds goed de weg in de
richting van De Pluu weten te vinden. Wij zijn van
mening dat het belangrijk is voor de jongeren in
achterstandsituaties in Breda nieuwe mogelijkheden
te scheppen. De Pluu zou een dergelijke mogelijk
heid kunnen bieden. Door dit punt aan de orde te
stellen anticiperen wij alvast op de rijksbijdra
geregeling, omdat daarin de jongeren in achter
standsituaties duidelijk als doelgroepen worden
genoemd. Wij hopen natuurlijk dat De Pluu een fo
rum voor alle categorieën jongeren zal kunnen zijn,
maar uit de wijze waarop dergelijke centra zich
in de praktijk ontwikkelen kan met vrij grote ze
kerheid worden afgeleid dat op een gegeven ogen
blik een bepaalde groep de overhand zal krijgen.
Wij zouden De Pluu willen aanraden het vooral in
de categorie van jongeren in achterstandsituaties
te zoeken.