14 APRIL 1977
285
vanuit een volkomen open democratie in, waarbij in
feite een ieder de gelegenheid wordt- geboden De
Pluu te bezoeken. Dit betekent dat in het kader
van de programmavrijheid de nodige pluriformiteit
zal moeten worden aangebracht, want anders ontstaat
er tevoren al een vorm van etikettering, waarbij
het centrum een bepaalde richting uit wordt gedre
ven, hetgeen ook naar onze mening niet juist zou
zijn. Ongetwijfeld zullen in bepaalde stadia van
de ontwikkeling van De Pluu, maar ook in bepaalde
perioden, andere groepen van het centrum gebruik
maken. Ook het college heeft dit onderkend en ik
zou de heer Welschen dan ook naar blz. 3 van het
voorstel willen verwijzen, waar wij schrijven dat
een dergelijk centrum zijn gezicht zal moeten
krijgen en dat, indien er aanleiding tot een be
paalde categorisering is, de noodzaak en de moge
lijkheden van een andere stedelijke voorziening
nader zullen moeten worden bekeken.
Terecht is erop gewezen dat de subsidiëring
en de totstandkoming van De Pluu geheel ten laste
van de gemeente Breda komen en dat de lasten dus
in feite door de Bredanaar worden opgebracht. Ook
dat is een reden om het centrum, dat een stedelijke
voorziening is, algemeen inzetbaar te maken. Samen
werking met V.J.V., K.W.J., maar ook met de vele
wijsgewijs opgezette organisaties, is uiteraard van
grote betekenis. Te dien aanzien zal men tot de
nodige afstemming moeten komen.
Mij rest dan nog in te gaan op een opmerking
van de heer Welschen waar we ook in de commissie
over hebben "gestoeid". Het gaat daarbij om iets
waarover in eerder verband ook met De Pluu is ge
sproken f namelijk de noodzaak tot het inroepen van
de hulp van externe deskundigen bij een verschil
van inzicht over de hoogte van de subsidie, het
eventueel stopzetten ervan en dergelijke. Het is
volgens het artikel dat hierop betrekking heeft --
ik meen dat het artikel 22 is bepaald niet uit
gesloten dat wij in dergelijke situaties van de
diensten van een externe deskundige gebruik zullen