300 14 APRIL 1977 KOSTEN VAN HET FUNCTIONEEL LEEFTIJDSONTSLAG VAN DE HEER M.C.G. BOUWMEESTER, GEWESTELIJK BRANDWEERCOMMANDANT TE ZIJNERTIJD GEDEELTE LIJK VOOR REKENING VAN DE GEMEENTE BREDA TE NEMEN. (R) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. De VOORZITTER: Zullen bij punt 49 ook moties worden ingediend? De heer VISSER: Geen moties, maar het zal wel een punt van uitvoerige beraadslaging zijn. De VOORZITTER: Het is nu half negen. Wij zul len nu pauzeren. Ik zou de pauze het liefst een kwartier willen laten duren, maar in die tijd kan zo'n apparaat natuurlijk al veel verwerken. Ik schors de vergadering. PAUZE De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is voortzetting van de behande ling van: 44. bijlage nr. 160. NOTA VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE TOEPASSING VAN ARTIKEL 56 VAN DE WONINGWET. (D) Wethouder VAN DUN: Ik zou namens het college op artikel 56 niet al te uitvoerig willen ingaan. Er is immers op 8 en 9 maart 1976 al over gespro ken en ook in de commissies is er aandacht aan be steed. De betogen van mevrouw Van Rooij en de heer Ten Wolde vergen onzerzijds naar ik meen geen be antwoording, afgezien van één vraag van de heer Ten Wolde; het C.D.A. en de V.V.D. hoe kan het anders.' onderschrijven in dezen het college standpunt. Aan het karakter van de nota moet nog enige aandacht worden besteed, te meer omdat er moties

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 300