30 13 JANUARI 1977 huidige methodiek eens, maar daarnaast vinden wij, zoals gezegd, dat de raad zijn verantwoordelijk heid niet moet ontlopen. Al met al we hebben hier in de fractie werkelijk wel over gesproken zien wij geen reden om van de normale procedure af te wijken. De heer VAN ASSELDONK: Over het gronduitgif- tebeleid bestaat bij de V.V.D.-fractie geen enke le twijfel. Hoewel de nota door ons nog niet be studeerd, durf ik te zeggen dat wij over de ver koop van deze grond alleen maar verheugd zijn. De V.V.D. steekt niet onder stoelen of banken dat zij het wenselijk vindt dat de bewoner tevens eigenaar van zijn woning is, onafhankelijk van wie dan ook. Daar komt nog bij dat wij bouw in de premiekoop sector een vorm van sociale woningbouw vinden. Ik heb in dit verband slechts op de bezorgdheid van de heer Wiarda gewezen en de vraag gesteld hoe kan worden voorkomen dat 'de premiekoopwoningen over gaan in handen van mensen die er niet in horen. Ik zou de wethouder willen vragen of hij een instru ment heeft om dat tegen te gaan. Wethouder VAN DUN: Mijnheer de voorzitter. Ik deel uw opvatting dat de discussie over de Haagse Beemden niet moet worden herhaald, hoewel ik tot een dergelijk discussie wel een bijdrage zou wil len en kunnen leveren. De heer Van Asseldonk heeft gevraagd hoe men mensen die niet in premiekoopwoningen thuis horen, daaruit kan weren. Zodra hij dat zegt, spreekt hij zich impliciet voor het voeren van een bepaalde vorm van toewijzingsbeleid uit, maar ik heb be grepen dat zijn fractie tegen een vorm van toewij zingsbeleid is. De heer Van Asseldonk heeft gezegd dat zijn fractie het wenselijk acht dat woningen worden verkocht, ongeacht wie de koper is. Zo ver is het college nog niet. Wij hebben al betoogd dat wij de status quo handhaven totdat het stadsgewes telijk structuurplan wat beter uit de verf gaat komen. De laatste berichten dienaangaande geven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 30