312 14 APRIL 1977 gelen zoals een sloopvergunningenbeleid (verg. de gemeente Tilburg)". Dan staat het toch keihard in de motie! De heer HOUBEN: Als een voorbeeld dat u hebt genoemd. Overigens wisten wij het uit anderen hoofde maar dat doet er verder niet toe. Het doet er toch niet toe waar we de informatie vandaan halen? Het zou toch wel al te dol zijn als we in moties, wanneer we overwegingen formuleren, steeds zouden moeten aangeven hoe we uit de eerste hand aan informatie komen. Ik vind dit werkelijk een drogreden. Wethouder VAN DUN: De discussie wordt nog in teressanter maar nu dwalen we helemaal van het onderwerp af als de heer Houben even bij inter ruptie opmerkt dat hij die informatie uit anderen hoofde al had, terwijl hij aan mij heeft gevraagd hoe het in Tilburg, Eindhoven en Den Bosch ging. Dat moet hij niet vragen als hij die informatie al heeft. De heer HOUBEN: Nee, dat is ook niet waar. De wethouder heeft eigener beweging, refererend aan overleg dat hij met wethouders uit andere steden heeft, gezegd wat daar gebeurt, maar wij wisten al lang dat er in Tilburg een dergelijk sloopvergun ningenbeleid wordt gevoerd. Wethouder VAN DUN: Ik heb geantwoord op een vraag van de heer Houben om informatie over de gang van zaken in de andere steden in Brabant. Dat staat naar ik meen duidelijk genotuleerd, maar ik geloof dat we daarmee voorbijgaan aan de bedoeling van deze discussie. Wanneer ik mij afvraag wat er aan het woning noodprobleem moet gebeuren, vind ik het terecht dat er, zoals gezegd, een bepaald sloopvergunnin genstelsel zal worden geïntroduceerd. Daarnaast is een gesprek met de woningbouwverenigingen over de stadsvernieuwingscorporaties aan de gang, waarin we nog niet tot resultaten zijn gekomen, omdat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 312