314 14 APRIL 1977 Gielen, Visser en Van Dun en mevrouw Van Rooij- van den Wijngaard. VOOR hebben gestemd: mevrouw Paulussen, de heer Houben, mevrouw Stutterheim-Edeling, de heer Jongeneel, mevrouw Giebels-Sprengersde heer Oomen, mevrouw Muntjewerff-van den Hul en de heer Welschen. (De heren Kaarsemaker, Crul en Van Asseldonk waren tijdens de stemming niet aanwezig.) De VOORZITTER: Het voorstel van burgemeester en wethouders is de nota voor kennisgeving aan te nemen. De heer HOUBEN: Ik zit even met een probleem Wij hebben telefonisch geïnformeerd of er vana vond al dan niet een besluit zou worden genomen. Van de wethouder hadden wij vernomen dat er vana vond geen besluit zou vallen. In het raadsstuk staat ook geen besluit vermeld. De VOORZITTER: Er is geen besluit. Het colle ge heeft een nota aan de raad gezonden over de wijze waarop het de toepassing van artikel 56 wil uitvoeren. Deze nota wordt ter kennisneming aan de raad voorgelegd. Mevrouw PAULUSSEN: Dus de nota wordt voor kennisgeving aangenomen. De VOORZITTER: Ja. Mevrouw PAULUSSEN: Misschien is het dan goed dat er in de commissie algemene zaken nog eens over wordt gepraat wat nu exact de bedoeling is. Ik heb namens de fracties met wethouder Van Dun gesproken; wij meenden dat bij alle voorstellen een besluit moest worden bijgevoegd. Wethouder Van Dun heeft gezegd dat dat zo zou kunnen zijn, maar dat het hier om de bevoegdheden van het col lege gaat, zodat geen besluit hoeft te worden bijgevoegd. U moet ons dan ook niet vragen de no ta voor kennisgeving aan te nemen. Er zijn twee

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 314