14 APRIL 1977
325
dient door uitbreiding van de inspraak minder een
zijdig te worden. In de discussie dient bovendien
nu al meer aandacht te worden geschonken aan ex
terne democratisering van de sport, bevordering
van de recreatiesport, al dan niet via de vereni
gingen, en het integreren van de recreatiesport in
het totale wijk- en buurtwelzijnswerk.
Ten aanzien van de activiteiten die het col
lege wil voortzetten c.q. afronden het volgende:
- oprichten van Sp.A.R. alleen onder de ge
noemde voorwaarden;
- met de studies met betrekking tot de subsi
dies gaan wij akkoord, mits deze worden
uitgebreid met een studie op het gebied van
sociale tarieven die werkelijk achterstan
den wegwerken
t hernieuwde studie op het gebied van sprei
ding van accommodaties is nodig.
Het college stelt zich voor op subsidies, ac
commodaties etc. later in deelnota's terug te komen.
Naar onze mening dienen de deelnota's gebaseerd te
zijn op twee pilaren. De eerste is die van de door
de raad vast te stellen beleidsuitgangspunten zo
als in de nota nopens sport gedeeltelijk reeds ge
geven en zoals door de fracties van P.v.d.A. en
P.P.R. in hun voorstellen en moties verder aange
vuld. De tweede pilaar is een tot op de dag bijge
werkt inzicht in de feitelijke ontwikkelingen in
de georganiseerde sport, in het bijzonder op het
gebied van sportieve recreatie. Het N.W.I.T.- on
derzoek kan ten opzichte van de sportieve recreatie
basisgegevens aandragen die elke vier jaar dienen
te worden bijgesteld. De feitelijke ontwikkelingen
in de georganiseerde sport vergen een studie naar
onder meer de veranderingen in het aantal vereni
gingen en sporters in de verschillende sectoren.
Te verwachten valt bijvoorbeeld verandering bij
het zaalvoetbal, het turnen en vooral bij het ten
nis. Ook moet aandacht worden geschonken aan de
samenstelling van de groep van Bredase sporters
qua leeftijd en woonplaats, waarbij duidelijk moet