332
14 APRIL 1977
van akkommodaties over wijken en buurten voorligt.
Alle acht de moties zijn ondertekend door de
heren Martens, Welschen, Oomen en Kaarsemaker en
mevrouw Giebels-Sprengerszodat zij voldoende
ondersteund zijn en mede onderwerp van beraadsla
ging uitmaken.
De heer KOERTSHUIS: Afgezien van het feit dat
onze fractie er überhaupt gelukkig mee is dat het
college de raad een beleidsnota heeft aangeboden,
zijn wij met de ter tafel liggende beleidsnota
nopens sport bijzonder content. De nota is in
haar presentatie overzichtelijk, het college
spreekt er klare taal in en aan alle facetten van
het sportgebeuren is uitgebreid aandacht besteed.
Het belangrijkste echter blijven de beleidsvisies
die in de nota zijn neergelegd. Na een intensieve
bestudering van de nota concludeert de V.V.D.-
fractie dat zij het inhoudelijk van harte eens is
met de vele visies die hier aan de raad ter goed
keuring worden voorgelegd. Persoonlijk ben ik van
mening dat ik mij nog nimmer met een beleidsnota
inhoudelijk zo zeer heb kunnen verenigen als deze
keer met de beleidsnota nopens sport.
Ondanks deze toch wel erg positieve reactie
op de nota is het opvallend dat zij door de sport
wereld niet helemaal kritiekloos is benaderd. In
het bijzonder zijn door de gemeentelijke sport
stichting als belangrijkste adviseur over sportza
ken nogal wat kanttekeningen geplaatst. Tijdens de
algemene bestuursvergadering van de sportstichting
verleden week donderdag is nog eens uitgebreid
stilgestaan bij de definitieve nota. De kritiek
van de sportstichting heeft niet zo zeer betrek
king op wat in de nota staat, maar juist op wat
er niet in staat. Met name wordt gedoeld op de
uitwerkingen in de vorm van concrete besluitvor
ming. Ook doelt de sportstichting op het nog ont
breken van de deelnota's zoals die over het accom-
modatiebeleid en over de subsidiëring. Zeer be
langrijk acht zij daarnaast de financiële vertaling.
