334 14 APRIL 1977 verband hun sport beoefenen. Deze mentaliteit komt op het volgende neer: ik ben lid van een vereni ging, ik betaal contributie en dat geeft mij het recht te eisen dat de overheid verder voor alles zorgt. Je hoort nogal eens kritiek op deze enigs zins kwalijke mentaliteit, ook uit de mond van verenigingsbestuursleden zelf. Een ander aspect waar ik op wil ingaan is de recreatieve sportbeoefening. Dit aspect krijgt in de nota een duidelijke plaats en een duidelijke stimulans. De bevordering van de recreatieve sport beoefening is een belangrijk onderdeel. Bedoeld wordt dat ook de ongeorganiseerde sport hierbij hoort. Onze fractie is daar gelukkig mee en steunt het college op dat punt, maar wij krijgen de in druk en we hebben daar enige moeite mee dat dit op zichzelf goede streven ten koste van de wedstrijdsport gaat. Het college heeft onzes in ziens een te negatieve opvatting met betrekking tot vooral de jeugdwedstrijdsport. Te veel opmer kingen worden in de nota gemaakt over de negatieve voorbeelden van de wedstrijdsport en te weinig opmerkingen over de vormende waarde die de wed strijdsport ook ten aanzien van de jeugd kan heb ben. Enige vrees bekruipt ons bij dit soort enigs zins te negatieve benaderingen. Als het college in de toekomst de financiering van de recreatieve sportbeoefening wil behartigen ten koste van de wedstrijdsport, heeft mijn fractie daar wel enige bezwaren tegen. Ik hoop dat het college hier een duidelijk antwoord op geeft. Vervolgens iets over de andere overheden. De praktijk is dat verreweg het grootste aandeel van de totale subsidiëring van de sport voor rekening van de gemeentelijke overheid komt. Het is de vi sie van het college en die willen wij graag onderschrijven dat de verhouding met betrekking tot de subsidiëring door provinciale en rijksover heid duidelijk aantoonbaar verkeerd ligt. In de nota blijft het echter bij die constatering. Wij zijn van mening dat het, als het college dit stelt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 334