338 14 APRIL 1977 verenigingsverband. De nota zelf is op ruime schaal verspreid; er is publiciteit geweest door middel van het gemeentelijk informatieblad en door middel van redactioneel nieuws in het dagblad De Stem. Discussieavonden zijn er georganiseerd, reacties zijn onderzocht en terugkoppeling heeft plaatsgevonden. Naar aanleiding van de reacties heeft het college veranderingen in de nota aange bracht Wij vinden dit een goede vorm van inspraak, al is natuurlijk niet iedereen tevreden. Wij vra gen ons echter af of het mogelijk is dat iedereen tevreden wordt gesteld, wanneer men althans binnen een redelijke tijd een beslissing wil en moet nemen In de nota schenkt het college ruime aandacht aan het particulier initiatief ten aanzien van de vormgeving van het sportbeleid. Het enorme belang hiervan voor het sportgebeuren wordt onderkend en b. en w. willen steun verlenen waar dat mogelijk is. Via het particulier initiatief komen we uiter aard op de rol van de overheid ten aanzien van het sportbeleid. Het college splitst dit "rollenspel" in: rijks-, provinciale en gemeentelijke bijdragen De conclusie is dat de werkelijke bijdragen van rijk en provincie thans minimaal zijn en dat de gemeentelijke overheid het sportbeleid letterlijk en figuurlijk voor 95 moet dragen. Onze vraag hierover: vinden burgemeester en wethouders dat een normale situatie? Hierbij willen wij tevens betrekken wat er in de toekomst in deze sector nog op ons af zal komen. Wij zouden ons daarom kunnen voorstellen dat het college vanuit zijn verantwoor delijkheid een nog dringender beroep op de hogere overheden zal moeten doen. De belangrijkste taken van de gemeente ten aanzien van de sport splitst het college in: 1. het tarievenbeleid, met daaraan direct ge koppeld de indirecte subsidiëring; 2. het subsidiebeleid, met daaraan direct

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 338