14 APRIL 1977 339 gekoppeld de directe subsidiëring 3. de beheers- en overlegstructuur; 4, het accommodatiebeleid. Ten aanzien van het tarievenbeleid en het subsidiebeleid stellen b. en w. dat het onmogelijk is objectieve criteria aan te leggen voor de ver deling van de lasten van de sportaccommodaties tussen gebruikers enerzijds en de gemeenschap an derzijds. Wij zijn het hier volledig mee eens. Wèl kan het college aangeven hoe de gemeenschap pelijke bijdrage per sector ligt; dit komt tot uiting in de tabellen. Wij vinden het echter ris kant uitsluitend daardoor de tarieven te laten bepalen, want de zelfwerkzaamheid van de sporters laat zich niet kapitaliseren. Alleen extreme ver schillen tussen de diverse sectoren kunnen hier door worden opgespoord. Op dit ogenblik wil ik op dit onderdeel overigens niet al te diep ingaan, daar wij binnen afzienbare tijd een subsidienota van het college kunnen verwachten. De opmerkingen in de nota over de beheers en overlegstructuur ten aanzien van de huidige sportstichting kunnen wij onderschrijven, met in achtneming van het uitgangspunt dat de Sp.A.R. alle kanalen tot zijn beschikking moet hebben om zijn adviesfunctie die wij enorm belangrijk vinden rvolledig te kunnen vervullen. Wij zijn vervolgens verheugd dat het college het accommodatiebeleid als één van de prioritei ten van zijn sportbeleid aanmerkt. Zowel immers ten opzichte van de veldaccommodatie als ten op zichte van de zaalaccommodatie dat laatste in het bijzonder moeten wij in Breda een achter stand constateren. Het is natuurlijk kwalijk dat diverse Bredase sportverenigingen en recreatieve sporters moeten uitwijken naar accommodaties bui ten onze stadsgrenzen. We zijn het er overigens mee eens dat men ten aanzien van het accommodatie beleid een middenweg moet bewandelen tussen cen tralisatie en decentralisatie. Daarnaast zouden wij de volle aandacht willen vragen voor de sport-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 339