346 14 APRIL 1977 wijzen dat in georganiseerd verband buitengewoon v veel recreatief wordt gesport. Ik denk dat 80 a m 90 van de mensen aan sport doet om recreatie te bedrijven en anders niets. Dat een onderdeel van s de recreatie het leveren van een prestatie op <3 sportief gebied kan zijn, is alleen maar goed en h hoeft mijns inziens bepaald niet onder stoelen of v banken te worden gestoken. Het is natuurlijk ook n voor de overheid relatief irrelevant wat iemand c tot sporten beweegt. Of iemand aan sport doet van- z wege de recreatie, vanwege het leven in een stukje v gemeenschap of vanwege het deelnemen aan een pres- c tatie, is op zichzelf niet van belang, als er maar e wordt bewogen, want daar gaat het om. 1 De heer Koertshuis vindt de aandacht voor de i recreatieve sportbeoefening van zodanige aard, dat n hij zich de vraag stelt of die aandacht niet ten koste van de wedstrijdsport gaat. Op diverse plaat- e sen hebben wij ons er duidelijk over uitgesproken <5 dat we ons bij het accommodatiebeleid niet zullen 1 gaan bewegen in het oprichten van specifiek voor q recreatiebeoefening en niet voor wedstrijdsport q geschikte accommodaties. Accommodaties zullen voor 1 beide takken van sport moeten kunnen worden ge- t bruikt en wij zullen de ontwikkeling van de onge- r organiseerde recreatieve sportbeoefening niet ten r koste van de wedstrijdsport laten gaan. c De negatieve opmerkingen die de heer Koerts- r huis in de nota heeft gelezen, hebben, geloof ik, c niet direct te maken met het beoefenen van wed- strijdsport maar met het beoefenen van topsport. t De topsport is een element waar wij hier en daar n enige kanttekeningen hebben geplaatst, naar mijn c gevoel terecht, want als ik bijvoorbeeld word ge confronteerd met een uitzending op de televisie n over zwemmers bij wie voor een uurtje lucht in de 2 darmen wordt geblazen opdat zij gemakkelijker door het water kunnen gaan, vraag ik me af waar men eigenlijk mee bezig is. Dergelijke uitwassen van sportbeoefening gaan ons, afgezien van de vraag I of zij medisch verantwoord zijn, in ieder geval te e

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1977 | | pagina 346